Wij zijn allemaal wespen
Wespen zie je overal, vooral in deze tijd van het jaar. Ze nemen een slokje van onze limonade of nemen een stukje vlees van ons bord om hun kleintjes te voeden. Ze komen bijna nooit alleen en ze leven met velen in een nest. Ze maken ons leven regelmatig erg moeilijk. Het lijkt wel op een invasie. Eigenlijk zou je kunnen zeggen dat wij, de mensen, net als wespen zijn.
De wesp is plots overal. We hebben de vliegenmepper al op tafel liggen, het wespennest in het vogelhuisje is al dichtgestopt en we raken al geïrriteerd door het ongemak in de tuin en op het gezellige terrasje van de stad. Aan het einde van de zomer hebben de wespen de macht over de limonade en het schijfje ham, maar eigenlijk doen wij het niet beter. De leefruimte van het mededier nemen wij zonder genade in. Jaarlijks kappen wij 7,9 miljoen hectare bos, wel ruim twee keer de oppervlakte van Nederland. Daardoor raken veel dieren hun leefruimte kwijt, zoals wij in de zomer door de wespen. Dat allemaal om het papier simpelweg na slechts een keer gebruikt te hebben weg te gooien.
Op het terrasje hebben we alweer een lekker broodje gezond met ham besteld. Je ziet het al, de wesp kauwt een stukje van je ham af en vliegt weer weg. Ze zijn zogenaamd echte meat lovers, zoals wij. Een nest van 6000 wespen vangt per week wel 130.000 muggen en 500.000 vliegen. De mens eet per persoon 1167 dieren in hun leven. We komen wat dat betreft zeer overeen. We zouden nu ons schijfje ham wel moeten delen met de wesp, want een beetje minder vlees doet al veel voor de wesp en de wereld.
Als we voortaan de wespen omarmen in plaats van hun hoofd met de vliegenmepper pletten, zouden we een hele hoop muggen, vliegen en vooral stress minder hebben. Als we de salami en de limonade delen, zullen ze niet meer zo boos op ons zijn en ons minder of zelfs niet steken. Laten we de wesp als soortgenoot beschouwen en we begrijpen ze al een stukje beter.