Maarten de held van Friesland
Het was 4 januari 1997. Ik was 8. Midden in de nacht werd ik wakker gemaakt en mocht ik slaapdronken met kleine oogjes tussen mijn ouders in kijken naar de start van de Elfstedentocht. Op dat moment realiseerde ik me niet hoe bijzonder dit alles was want het enige waar ik naar verlangde was mijn bed.
Na de nodige uurtjes slaap ging ik weer voor de tv zitten en was verbaasd dat die mannen aldaar nog steeds aan het schaatsen waren. Voor mijn gevoel was de nachtelijke onderbreking een eeuwigheid geleden. Ik begreep niets van de tocht der tochten.
Toch bleek het in alles een historisch dag. Een epische slot, een gemiste stempelpost, een volle Bonkefeart en een uitzinnige provincie in touw voor sporthelden op bevroren water. Nooit kwam er meer een Elfstedentocht en nooit was een provincie zo verbroederd als toen.
Tot het moment dat een Hollander besloot het onmogelijke te doen. Weer was water de basis van het nieuwe aangewakkerde eergevoel onder het eigenzinnige Friese volk. Wij Friezen zijn mensen die soms wat stug zijn, zich niet snel gek laten maken en, zolang er geen Berenburg op tafel komt, behoorlijk nuchter door het leven gaan.
Maar wanneer er water in het spel komt veren de Friezen op en zijn trotser dan ooit. Het Fryske bloed kruipt waar het niet gaan kan en dat alles werd aangewakkerd door Maarten van der Weijden. Een lange afstand zwemmer die een provincie op de been kreeg met een onmenselijke prestatie. Een helse tocht voor het goede doel dat naast het ALS-fonds ook goed was voor het Friese hart.
Rijen dik staan de Friezen in de gehele provincie te juichen voor deze eenzame held. En of hij het haalt of niet, de Friezen zijn hem eeuwig dankbaar. Want het Friese hart pompt als nooit tevoren.