Ik zie overal dieren
Op vakantie maakte ik een wandelingetje. Bij een huis vlakbij het bos hoorde ik opeens een harde krijs die abrupt stopte. Het klonk alsof er een varken werd geslacht. Maar had ik het nou echt goed gehoord, of was het iets anders? Bij een volgende wandeling hoorde ik op dezelfde plek inderdaad nog meer varkens. En ik rook ook opeens een penetrante mestlucht.
We gingen diezelfde vakantie naar een prachtig meer. Daar waren vissers. Ze hadden beet. De een gooide de vis (met gat in z’n mond) weer terug in het water, de ander hield de vis bij zich, voor op de barbecue waarschijnlijk.
Onze vakantie-buurman heeft paarden. Eén paard had een veulen. Zoogdieren zoals paarden, maar ook koeien, kunnen lang bij hun moeder blijven drinken. Maar dat vinden veehouders om economische redenen onhandig. Om de melkproductie bij dit bewuste paard te stoppen, werd ze apart van haar veulen dagenlang vastgezet in de stal zonder eten en met minimaal drinkwater. Het paard hinnikte continu, zelfs ‘s nachts, een roep om deze waanzin te stoppen.
Hierbij zie en hoor je het dierenleed gebeuren. Maar je kan niks doen, je bent machteloos. Dieren hebben namelijk geen rechten. Ze zijn bezit. Hun eigenaren mogen alles doen wat zij ‘nodig’ achten. In Nederland krijgen veel veehouders zelfs financiële steun van de overheid omdat ze doen wat ze met dieren doen.
Overal zie je de resultaten hiervan: vlees, vis, zuivel en eieren in de supermarktschappen, leren tassen en schoenen op straat, vrachtwagens met vee op de snelweg en megastallen langs de weg. Hierbij zie je het dierenleed echter niet gebeuren. Het wordt vakkundig buiten het zicht van de consument gehouden.
Gelukkig kan je hier wél wat aan doen. Want de consument heeft uiteindelijk alle macht. Geen dierlijke producten kopen is een mooi statement dat dieren beschermd moeten worden tegen uitbuiting en geweld. In mijn ogen zijn dieren geen producten. Daarom ben ik vegan.