Wie is toch die vrouw?
De vrolijke noten van de zomerhit “Dura” klinken door de speakers en ik swing mee achter het stuur, terwijl ik onderweg ben naar het water voor een verkoelende avondwandeling met vriendlief en mijn hond. Als ik door een smalle straat rij zie ik een wat ouder meneertje zitten, voor zijn huis op de stoep, genietend van de late zon met een knabbeltje en een drankje. Ik toeter naar hem en zwaai daarbij uitbundig waarop hij reageert met een opvallende saluut groet. Ik heb de beste man nog nooit eerder gezien maar doe dit soort dingen wel vaker want ik vind het zo grappig om een beetje verwarring te zaaien. Noem het kinderachtig maar ik hou ervan. De meneer vraagt zich nu vast en zeker de rest van de avond af waar hij die vrouw in de lichtblauwe Mini toch van kent. Uiteindelijk zal hij tot de conclusie komen dat er niemand in zijn kennissen- of vriendenkring is die aan dat signalement voldoet.
Als ik een paar dagen later rond hetzelfde tijdstip opnieuw door “zijn” straat rij, spot ik hem al van een afstandje. Het is al weken warm dus het zal wellicht vaste prik zijn dat hij de avonden voor zijn huis doorbrengt. Hij merkt de auto vanuit zijn ooghoeken op en is zichtbaar verrast, ik zie dat hij zich bijna verslikt in iets wat hij eet. Kennelijk probeert hij snel wat weg te werken om zijn hand vrij te hebben en nog voordat ik kan toeteren is dit gelukt en salueert hij, precies zoals de vorige keer.
Hij vindt het dus leuk maar begrijpt er volgens mij niets van, wéér diezelfde vrouw en wéér toeteren en zwaaien. Ik stel me voor hoe hij naar binnen loopt om het zijn vrouw te vertellen maar zij heeft (wederom) niets gehoord en maakt zich zorgen om hem, zegt ze, want hij verzint dingen. De vele jaren in het leger hebben hun tol geëist, denkt ze zorgelijk. Op zondag horen zijn kinderen zijn verhaal aan maar niemand gelooft dat er een onbekende vrouw is die zomaar steeds naar hem toetert en zwaait.’Pa gaat achteruit’ fluisteren ze elkaar toe.
Dan zit er een week tussen voor we weer door de bewuste straat rijden maar dit keer net iets te laat want het is al donker in huis en de rolluiken zijn dicht. Toch toeter ik heel kort twee keer en bedenk hoe hij en zijn vrouw in bed liggen, zij leest nog wat en hij is al ingedommeld. Dan hoort hij de claxon, schiet overeind en roept: ‘Hoorde je dat? Dat zijn ze weer, ik weet het zeker.’ En ditmaal hoorde zijn vrouw het ook….gelukkig!
Tot de volgende keer meneer, salut.