Ik was een Jehovah-leerling, maar ik ben ook homo

Raymond Hintjes 1 jun 2018

Ooit was ik een Jehovah-kind. Aan bepaalde schoolactiviteiten deed ik niet mee. Nu ben ik een volwassen man, die heeft gebroken met zijn geloofsachtergrond vanwege een homoseksuele relatie. Tijdens mijn jeugd had ik graag positieve voorbeelden van homoseksualiteit gezien. In mijn gelovige omgeving waren die niet aanwezig. Leerlingen uit groep acht bedenken een oplossing voor het tekort aan meisjes in de groep. Twee jongens spelen een homostel in de schoolmusical. Een mooie en creatieve oplossing die ook nog eens aansluit bij de gedachte van inclusiviteit. Maar niet volgens ee schooldirecteur In Hengelo. Een Jehovah-meisje kan vanwege haar geloof misschien niet meedoen. De keuze van de directeur is onverstandig. Er wordt een verkeerd signaal door afgegeven: zichtbare homoseksualiteit leidt tot uitsluiting van gelovigen. Een signaal dat nogal gevoelig kan liggen als je zelf als homo met uitsluiting te maken hebt gehad vanuit gelovige zijde. ‘Alle kinderen moeten bij het afscheid van school kunnen zijn’, een mooi uitgangspunt dat uiteindelijk verkeerd uitpakt. Ouders die vinden dat de directeur onterecht rekening houdt met de geloofsopvattingen van een leerling. Tweede Kamerleden die vragen en een stevig debat op social media. Heeft de directeur hier een goede keuze gemaakt? Elk kind wil geaccepteerd worden. zowel een leerling met een Jehova-achtergrond, als de leerling die homoseksueel is. Ik was beide. Vanwege mijn Jehova-achtergrond voelde ik me soms buitengesloten. Tegelijkertijd worstelde ik met mijn anders-zijn als homoseksuele jongen. Ook dat voelde eenzaam. Binnen de geloofsgemeenschap kon ik hier niet over praten. Ik werd soms gepest. De keuze van de directeur is gebaseerd op aannames. Er was geen gesprek met de ouders. Zo’n gesprek was een kans om te zoeken naar een creatieve oplossing. In deze oplossing had omgang met diversiteit in een pluriforme samenleving centraal kunnen staan. Zo zou er naast het homostel een Jehovah-karakter kunnen meedoen. Dat zou creatief, spannend en inclusief kunnen zijn. Als twaalfjarige homojongen met een Jehovah-achtergond, had ik me waarschijnlijk opgelaten gevoeld als er homokarakters meededen in de schoolmusical. Op die leeftijd wist ik nog niet dat ik homo was, wel worstelde ik met mezelf. Een moedige directeur die achter het initiatief van zijn van zijn leerlingen was gaan staan was misschien wel één van de aanzetten geweest om eerder mijn homoseksualiteit te omarmen.