Ik ben een ‘Gangster’
Het waren me de daagjes social media wel. Na een periode van relatieve stilte schreef ik deze week een column die voor een hoop hilariteit zorgde (en dat tot op het moment dat ik dit epistel schrijf nog steeds doet). Tot mijn grote verbazing plaatste Metronieuws vrijdag mijn inzending voor de lezerscolumn, zonder dat daar stemmenronselpraktijken aan vooraf gingen. Want in principe werkt dat zo bij Metronieuws: hoe meer likes, hoe beter het is, en als je er aan het eind van de dag het meest hebt van alle inzendingen, dan verdien je een plekje in de krant. Maar dat bleek dus niet nodig. Zonder duimpjes vond de redactie het blijkbaar lollig zat. In de krant. Hoe tof. De gedachte alleen al dat tout treinreizend Nederland in theorie zou kunnen grinniken om een van mijn hersenspinsels is niet alleen een gek idee, maar ook een hele leuke. Ondertussen ging de stroom reacties op Facebook en consorten door. iedereen ging los op de aubergine en de toepassingen ervan. Maar er stak een reactie met kop en schouders bovenuit: die van De Snor. Mijn bloedeigen veertienjarige puber, die bij het aankondigen van de column op Insta nog verontwaardigt appte dat ik dat echt moest verwijderen omdat dat niet OK was, die aubergine, reageerde op het bericht dat z’n moeder de landelijke pers haalt met haar geschrijf met ‘Gangster’. ‘Gangster’, wat bedoel je?’ appte ik hem nerveuzig. Ondertussen bedacht ik dat hij zich waarschijnlijk kapot schaamt omdat hij een moeder heeft die zo nodig stukjes moet schrijven. ‘Ja, want ik vind jou gewoon heel rebels en cool,’ appte hij terug. En toen was ik stil. Noteren jullie dat even? Dat ik heel rebels en cool ben? Met ingang van vandaag heb ik nog maar één doel: rebelse en coole stukjes schrijven, daar word ik namelijk heel gelukkig van.