Wakers van het woud
Boswachter, dat wilde ik vroeger worden. Niet prinses of kapster of moeder zoals de meeste meisjes. Nee, boswachter. Elke middag ging ik naar het bos achter mijn huis. Ik bouwde er hutten en zorgde voor de dieren. Ik was de waker van het woud. Uiteindelijk heb ik mijn roeping ergens anders gevonden maar boswachters liggen mij nog steeds na aan het hart. Als ik door een bos of park fiets voel ik het alweer kriebelen. Mijn huttenbouwinstincten springen in actie en ik moet mezelf tegenhouden om de mieren niet een handje te helpen. Vervolgens kom ik thuis aan. Ik zet mijn fiets op slot en ga naar boven. Mijn boswachterambities zijn doorgevoerd in mijn huis. Het is een urban jungle. Op elk vrij plekje staan zes planten. Best veel werk om die allemaal in leven te houden. Gelukkig zijn er in mijn huis geen dieren die door deze kamerplantjes aan hun voeding moeten komen. Als amateurboswachter van mijn woonkamer sta ik niet geregistreerd. Niemand heeft mijn adres, niemand bezoekt mijn Facebookpagina en niemand stuurt mij doodsbedreigingen. Ik ben waarschijnlijk de meest relaxte boswachter van Nederland op dit moment. Want niet alleen de boswachters van de Oostvaarders plassen worden bedreigd. Zelfs boswachters in Limburg krijgen doodsbedreigingen. Want als je toch al strafbaar bezig bent waarom zou je dan nog de moeite nemen om te zien of je wel de juiste bedreigt. Niet alleen krijgen de boswachters haatmail en bedreigingen via Facebook of telefoon. De actievoerders staan ook aan het hek. Een hek dat vooral gebouwd is om dieren binnen te houden, niet om mensen buiten te houden. Laatst was een edelhert zo verzwakt geraakt dat het afgeschoten moest worden. Er was volgens de dierenarts geen mogelijkheid tot herstel. De keuze was afschieten of een langzame, pijnlijke dood. Er werd logischerwijs gekozen voor afschieten. Het hert bleek dichtbij het hek te liggen, voor de neuzen van een groep actievoerders. De boswachter die de taak op zich had genomen vroeg de actievoerders hun gezicht af te wenden, het zou niet prettig worden. Hij loste het genadeschot om vervolgens, met een geladen geweer in zijn handen, overspoeld te worden door actievoerders. Alsof dat niet genoeg was kreeg ook zijn auto ervan langs. De boswachters doen hun werk. Ze krijgen opdrachten die ze netjes uitvoeren. Toch worden zij aangevallen. Je begrijpt, ik doe mijn deur op slot en zet mijn auto in de garage. Geen boswachter is meer veilig!