Straattaal

Isabelle Bolluyt 3 mei 2018

Schaamteloos. Soms. Mensen.
In een overvolle tram, dat is weer een andere column waard, staat een dame met een oortje in te krijsen tegen haar draadje. Via dat draadje was hoogstwaarschijnlijk een bijna dove luisteraar het gekrijs aan te horen. Wij, de rest van de tram, ook, maar ongewild. Dat registreerde de dame niet. Ze begon met een kleine kleurrijke, in straattaal verwoorde, evaluatie van Koningsdag. “Ik sweerrr t ja, ik was soooow naar de tyfus, kapot geil en toen wilde ie er niet overheen”.  Vervolgens werd het een beschrijving van het daaropvolgende weekend gegeven, waarbij de ene na de andere anekdote met ‘vieszzzzzz veel zuipen’ en hele grote geslachtsdelen de revue passeerden.

Mijn positie in deze situatie was praktisch happend naar haar haar. Ik werd platgedrukt door een kinderwagen en een bellende zakenman en kon geen kant op. Ik begon in mijzelf te neuriën. Iets wat ik normaliter irritant vind bij gekkies in de supermarkt, maar nu wilde ik niks meer weten van de vrouw en haar seksleven gesponsord door energiedrankjes met wodka. De dame was zeker 25 plus, absoluut hoogopgeleid en ik verdenk haar zelfs lid te zijn van een hockeyvereniging. Niet dat dat veel uitmaakt, of nee, wel. Hoe kan het dat iemand zich zo schaamteloos openlijk portretteert als een redelijk trashy versie van …tsja, wat eigenlijk? Wie inspireerde haar en nog erger, hoe kwam ze aan dat accent? Het klopte niet. Het strookte niet.Thuis aangekomen hoor ik uit de slaapkamer van dochterlief, bijna 13, een groepje meisjes gieren en praten. “Yo Bitches! Serieusszzz doe niet zo nasty!”.

Ik gooi de deur open en zie een uber schattig puberwezentje met blonde haartjes en een hockeyoutfitje naar haar smartphone scherm staren waar drie andere dames gezichten trekken en lopen te smijten met ja, weer, straattaal?
‘In da chillmoduszzz bitcheszz’ en mijn dame hangt op. Stoïcijns doet ze haar haar in een paardenstaart en ik krijg een kus. Ze huppelt de deur uit en zwaait op straat zoetjes naar me, voordat ze de hoek omgaat. Enigszins verward ontga ik deze, voor mij, dubbele situatie.
Ik probeer ook te achterhalen hoe in godsnaam, en wie vooral, deze dames inspireert? Ik kijk in de zoekgeschiedenis van YouTube…. Een en al neder-polderrappers. En zo nu en dan even een Famke Louise. Ah. Dat. Ok. Een fase!.
Maar dan popt even een flash back naar de tram en de dame op en ik voel lichte paniek. Worstelend met waar mijn ouderlijkmanagement in moet worden toegepast en vooral #hoedan?, gaat mijn telefoon. “Yo chicka…wazzzup?!” …. Juist, mijn beste vriendin. “eh…bien…alles bien, babe”. Wij zijn bijna 40 jaar. Ik kijk in de spreekwoordelijke spiegel. Ha. Het komt wel goed dus. Met ons. Met haar.
Het enige waar mijn pedagogische aanpak nog moet worden toegepast is aan te geven hoe je je gedraagt in het openbaar en dus niet, echt niet, krijsend aan de telefoon in een tram tekeer gaat. Dat. Dat kan ik wel. Laterszzzzzzz.