Jij bent te jong om ziek te zijn
Ik werd aangesproken in de tram om op te staan. Iets wat ik graag zou willen, maar door mijn fysieke omstandigheden niet altijd kan. Ik was een paar jaar geleden gewoon opgestaan en dan zou ik vervolgens zelf op de blaren moeten zitten. Afgelopen week deed ik het anders, maar dat werd met brute woorden afgestraft. De vrouw, in de 40, vond het namelijk belachelijk dat ik als jongere durfde te zeggen dat ik chronisch ziek was. Dat kon namelijk niet, want ik was jong. Ik kon alles, ik had nog sterke spieren en botten. Even keek ik haar aan alsof ze een grapje maakte, maar ze meende het echt. Iemand zoals ik zou nooit zo ziek kunnen zijn dat ze moesten blijven zitten in de tram. Waar ik normaal heel graag discussies uit de weg ga, besloot ik dit keer bij mijn standpunt te blijven. Ik bleef zitten. Er waren genoeg mensen om me heen die ook zaten en de tijd van opofferen is voorbij. Ze keek me strak aan, schreeuwde naar me dat ik een aansteller was, dat ik het gewoon verzon dat ik ziek was om te kunnen blijven zitten. Op dat moment waren alle ogen op mij en die ene vrouw gericht. Ik voelde me ontzettend ongemakkelijk. Na veel geschreeuw van de vrouw, kwam de trambestuurder naar voren. De vrouw raasde naar hem, maar hij vroeg me rustig wat er nu precies aan de hand was. ‘Ik kan door mijn chronische ziekte moeizaam staan, maar deze mevrouw wilde graag op mijn plek zitten en vond het belachelijk dat ik niet op wilde staan.’ De vrouw grinnikte, ‘Je bent veel te jong om ziek te zijn, meisje.’ Ondanks dat dit vaker is gebeurd, blijft het me raken. Hoe kan het dat het niet sociaal geaccepteerd is om te blijven zitten als 20-jarige als je ziek bent? Waarom moet ik, en anderen chronisch zieken, daarin per sé ouder zijn voordat we mogen blijven zitten? Heb ik dan geen ‘recht’ om ziek te zijn? Het voelt oneerlijk. Dus, lieve ouderen die graag willen zitten, het spijt me dat ik niet voor u op kan staan. Maar ik zou het zeer op prijs stellen dat u accepteert dat ik ook een plekje nodig heb en me niet hoef te verdedigen. En voor alle andere mensen in het openbaar vervoer: ik hoop dat ik als chronisch zieke-jongere een keer durf te vragen voor een plek als het mij niet lukt om de reis te staan, zonder het gevoel van afkeuring te krijgen. Dat het veilig voelt zonder dat ik woorden of blikken over me heen krijg. Want geloof me, vragen doe ik ook niet graag. Dankjewel namens alle chronisch zieken.