Costa Magica

Silke Lauteslager 7 mei 2018

Vanochtend vroeg was het weer zo ver. Terwijl ik met mijn fiets richting Amsterdam centraal zoefde, zag ik in de verte alweer iets opdoemen dat leek op wat bij mij standaard voor de voordeur ligt nu ik tijdelijk ben verhuisd. Reusachtig, immens, Titanic-gerelateerde superlatieven komen te kort als je die schepen een waardige naam wilt toekennen. De schittering van de zon die weerkaatst in de vele kleine raampjes, de vlaggen trots wapperend in de wind, en de naam groots geschilderd op de buitenkant. Zo enorm indrukwekkend, en altijd, altijd weer gaat er een golf van ontzag door me heen als ik, op mijn kleine balkonnetje, zo’n schip de wateren van Amsterdam zie betreden, en mijn richting op zie varen. En ik ben niet de enige, zo bleek vanochtend.

Costa Magica. Magisch was ie zeker. Gigantisch, ook dit keer weer. Met z’n borst vooruit, hagelwitte voorkomen en trage tred, vond hij met behulp van een sleepbootje zijn weg richting het vasteland van Amsterdam. Weer moest ik blijven kijken. Zo dichtbij, maar mensjes als miertjes op het dek. Vanaf het moment dat ie in mijn gezichtsveld kwam, kon ik weer niet anders dan weer totaal overdonderd zijn. Hij richting mijn balkonnetje, ik tegen zijn vaarrichting in richting Centraal Station, net zoals de meneer in pak voor mij, met zijn aktetasje netjes op zijn bagagedrager achter zich gebonden. Ook hij vertraagde zijn fietsgang, om zolang mogelijk van dit moment te genieten, voordat hij, strak in het pak, de gehele dag met deze stralende zon in het kantoor mocht gaan zitten. Ook hij voelde precies dat, datgene wat niet te omschrijven is wanneer zo’n gevaarte langskomt. Ik zag, van opzij, het ontzag op zijn gezicht, het ontspringen van kinderlijk enthousiasme, dat opborrelde en niet meer te stoppen was, de spanning opbouwend in zijn rechterarm, zijn linkerhand die zich strak om het handvat van zijn stuur spande, en ook al konden de miertjes hem waarschijnlijk niet eens zien: met slingerende fietsgang, zonder nadenken en met alle energie die hij in zich had op deze vroege maandagmorgen, begon meneer te zwaaien naar deze miertjes alsof zijn leven ervan hing.

Mensen, we zijn allemaal ook maar gewoon mensen.