De echte problematiek van Oostvaarders
Iedere werkdag schrijft een lezer van Metro een column over wat hem of haar bezighoudt.
Sinds maart hebben meer dan duizend demonstranten zich verzameld rond de Oostvaardersplassen. De activisten vragen om het dierenleed te stoppen en proberen de dieren te voeden. De Nederlandse kranten, inclusief deze krant, rapporteren over hoe de voorstanders van het voederen van dieren "natuurlijke processen" niet begrijpen. De protestgroepen antwoorden dat de grote grazers opgesloten zijn in een "concentratiekamp". Elk jaar barst er discussie los over de noodzaak om keuzes te maken tussen "humane afschieten" en laten verhongeren van de dieren. Om beter te begrijpen wat er aan de hand is, laten wij kort het begrip “rewilding” bespreken.
Rewilding is natuurconservatie die zich richt op het herstel en de bescherming van wildernisgebieden, waarbij deze gebieden met elkaar worden verbonden en toproofdieren worden teruggebracht (het proces is bekend als "cores, corridors and carnivours” ofwel kernen, corridors en carnivoren"). Het gaat om het herstellen van natuurlijke ecosysteemprocessen waarbij de dieren hebben voldoende ruimte om zich te verplaatsen zonder menselijke bemiddeling.
Dat is niet hoe ‘rewilding’ in Oostvaardersplassen is gegaan. Honderden niet-inheemse grazers, inclusief edelherten, Heck-runderen en Konik-paarden waren geïntroduceerd in een gebied van 56 vierkante kilometer. Hoewel Oostvaardersplassen geprezen als ‘wilde natuur’ is, is het onder grote controle gekomen. Omdat het beschermde gebied geen verbinding heeft met andere gebieden, het beheer omvat ook neergeschoten van de dieren om een langzame dood van de honger te voorkomen. Hoewel dit momenteel niet wordt erkend als een mislukking, toont dit soort herbewerkingsinspanningen de tekortkomingen aan bij het toepassen van principes voor het natuurbehoud zonder veel grotere landgebieden met elkaar te verbinden. Terwijl de Nederlandse kranten rapporteren over hoe de voorstanders van het voederen van dieren "natuurlijke processen" niet begrijpen, instandhouding van “wilde natuur” vereist dat landbouw en industriële gebieden eromheen worden verkleind om corridors te maken. Dit kost geld. En dat willen de Nederlandse ministeries en Staatsbosbeheer niet betalen.
Misschien zou het beter zijn als Oostvaardersplassen werd overgelaten aan vogels en kleinere zoogdieren zoals vossen en hazen, evenals amfibieën en reptielen zich in het gebied afgezien van grazers. Het is misschien eerlijker om de status van "natuurreservaat" in "wilde" biologische boerderij te veranderen. De grazers genoeg geleden en zouden ze een groter territorium moeten krijgen in Polen. Idealiter moeten de Nederlandse autoriteiten serieus nadenken over de ethische noodzaak om ruimte te delen met andere levende wezens.
Dit artikel is gebaseerd op mijn boek Culture and Conservation: Beyond Anthropocentrism.