Wenen, Wenen laat mij niet wenen
Daya, de lieve struise dertiger uit Beieren, komt uit de keuken en zet het middageten op tafel. Peter merkt dat ze onzeker is.
Ze prevelt een mantra. Nu kan het eetfestijn beginnen. Peter’s gezicht verraadt al gauw dat er iets niet volgens recept is gebeurd in de keuken. Daya verontschuldigt zich.
“Ach wat”, zegt Peter, “ik proef in ieder geval dat je je best hebt gedaan”.
“Ja, ik heb mijn best gedaan”, zegt Daya, en barst in tranen uit. Ze vertelt hoe vaak ze als kind door haar vader is gestraft terwijl ze zo haar best had gedaan. Als ze op school niet de hoogste cijfers behaalt, wordt ze gestraft. Nadat ze haar medicijnstudie afbreekt om fysiotherapeut en sportinstructeur te worden, negeert hij haar een jaar lang.
Er volgt een goed gesprek over het onrecht dat kinderen overkomt bij niet begrijpende ouders. “Eigenlijk luister je heel slecht”, zegt Daya, “maar ik heb me nog nooit zo goed begrepen gevoeld”.
Daya en Peter waren soulmates gebleven ware het niet dat Swami Prajnananda, Daya’s goeroe in India, op bezoek kwam. Hij meende dat een intieme relatie Daya’s toekomstige verlichting in gevaar zou brengen. En dus leeft Daya nu celibatair en als Manager van het Kriya Yogacentrum nabij Wenen. De tijd van verlichting moet nog komen.