Schaatstechnieken
Na jaren is het dan eindelijk weer eens zover. De schaatsen kunnen uit het vet gehaald worden en ondergebonden worden. Helaas kan ik niet geweldig schaatsen, maar ik vind het wel geweldig om te doen. En daar gaat het toch om. Na enig over en weer appen en bellen, is het beste plekje bekend. Het wordt het ijs bij het Egboetswater in Hauwert. Twee paar noren en twee paar dubbele ijzers gaan in de tas. Extra leggings onder de broeken, dikke handschoenen, sjaals, mutsen en jassen aan. Slee mee. Dit wordt genieten! Als we de auto uitstappen, beukt de ijzige wind op ons in. Hij is snijdend koud. Even is er een twijfel, maar we laten ons niet kennen en lopen door. Op naar het ijs. Al snel komen we achter de bomen bij de waterkant. Hier is het luw en goed te doen. Ik merk dat ik per ongeluk als eerste mijn schaatsen aan heb. Waarschijnlijk ben ik niet meer te houden. Eindelijk heeft iedereen zijn schaatsen aan en kunnen we op weg.
We hebben geluk. De zon schijnt en op de vijver is het heerlijk luw. De kinderen krabbelen wat rond en wij schaatsen er omheen. Dit is toch echt geweldig. Tussen de rietkragen door op natuurijs schaatsen. Nu gaan we voor het echte werk. De kinderen mogen op de slee zodat wij even wat meters kunnen maken. Voor de wind, zweven we over het ijs. Op de terugweg stampen we het ijs onder onze voeten weg om vooruit te komen. Het is hard werken, maar ook hard genieten. Iedereen die we tegenkomen geniet minstens zo. Tijdens het schaatsen komen we verschillende schaatstechnieken tegen. Schaatsers met de enkels bijna op het ijs. Schaatsers die met hun armen zwaaien. Schaatsers die het geen enkele moeite lijkt te kosten. Maar één schaatstechniek hebben we met zijn allen gemeen, we schaatsen met een grijns van oor tot oor.