Rollator
Nu ik de leeftijd van 70 jaar heb bereikt, beginnen de lichamelijke ongemakken te komen. Twee jaar geleden kreeg ik na iets zwaars tillen vreselijk pijn in de rug. Het ging niet over. Uiteindelijk kwam ik in het ziekenhuis terecht, waar men mijn rug onderzocht. De onderste ruggenwervels waren zo plat als een dubbeltje. Ik kon geen grote afstanden meer lopen. Men adviseerde mij een rollator aan te schaffen. Ik zag er tegenop, want je komt zo krakkemikkig over als je met dat ding over straat gaat lopen. Veel bejaarden willen er daarom niet aan. Maar het kon niet anders. Dus maar zo’n karretje aangeschaft. Kon ik er ook mee in het openbaar vervoer? Toen ik de eerste keer met de tram en de trein ging, was ik wel wat zenuwachtig. Zou het lukken? Het is altijd zo druk in tram en trein, en kon ik de rollator wel in de tram krijgen? Maar er ging een nieuwe wereld voor me open. Tot dan toe had ik niet zo’n hoge pet op van de mentaliteit, het gedrag, het humeur en de hulpvaardigheid van de gemiddelde openbaar vervoer-reiziger.
Bij de tram en treindeuren is het voordringen en met ellebogen werken van nors voor zich uitkijkende en zwijgende reizigers. Ergert u zich ook aan het soms hufterige gedrag van reizigers? Mijn advies: schaf ook een rollator aan. Het gedrag en de houding van de reizigers verandert als bij toverslag. ‘Wilt u zitten, meneer?’. “Lukt het zo?’. “Zal ik u even helpen?’. Anders nors voor zich uitkijkende zwijgende reizigers beginnen te glimlachen en knopen een praatje aan. Het grote voordeel van een rollator is ook, dat je overal kunt zitten. In de openbare ruimte op de stations zijn weinig bankjes.
Broodjeszaken in de tunnels hebben vaak helemaal geen stoelen. Ik parkeer de rollator, koop een broodje en wat te drinken en ga zitten, de voorbijsnellende mensen bekijken. Er schijnen op de stations en zo zelfs verzamelplaatsen te zijn van bejaarden met rollators, die in een kringetje ergens gaan zitten gezellig keuvelen. Maar dat heb ik nog niet ontdekt. Een zegen, die rollator.