Lezerscolumn: Beestjes
Iedere werkdag schrijft een lezer van Metro een column over wat hem of haar bezighoudt: Monique Louis
Als een worm met een koptelefoon op, beschrijft man het insect. ‘Dat zijn oorwurmen. Dit waren kakkerlakken, geloof me’.
Met lichte huiver klik ik op de site van ongedierte. Mijn adem stokt: de zwarte kakkerlak, de bruine kakkerlak uit Duitsland (lichtbruin met twee zwarte lengtestrepen). De oorwurm, de Boktor, ach ja de Pissebed. Zo wetenschappelijk mogelijk bekijk ik de beestjes. Vergelijk voelsprietjes, tel het aantal pootjes.
In ons vakantiehuis bleken we niet de enige gasten. Op onverwachte plekken kroop er met regelmaat een minuscuul monstertje op de plavuizen vloer. Zwart, met een dubbel lijfje en ogen op steeltjes. Koelbloedig pakte ik een stuk papier, drukte ze dood en spoelde ze door.
Soms zag ik er een, die man nog niet had ontwaard. Stiekem ging ik erop staan, schoof hem weg, verwijderde hem kansloos. Alles om irritatie van mijn huisgenoten te voorkomen. Man was inmiddels tandenknarsend aan het turven, waar ik nog deed alsof mijn neus bloedde. Ik zie graag de zonnige kant, zeker als ik op vakantie ben.
Toen ik de tweede week een in de wasbak aantrof, twee op badkamervloer zag, voelde ik een prikje paniek, kort maar hevig. Heb dit de kop ingedrukt. Met ijzeren hand en stalen zenuwen, maakte ik de monsters plat en spoelde ze bevrijd door.
Totdat ik de dag voor ons vertrek, eentje spotte op de sportsok in mijn koffer. Toen kreeg ik het pas goed te pakken, voelde het plotseling overal kriebelen. De koffer stond opengeslagen naast mijn bed. Ik keek er af en toe panisch naar, dankbaar dat het nog slechts om een nachtje ging.
De avond na mijn wetenschappelijk onderzoekje, probeerde ik mezelf af te leiden met een cabaretprogramma op tv. Ik durfde niet te gaan slapen. Door walging en angst was mijn eetlust weg. Snacken voor de buis was er niet meer bij. Uiteindelijk strompelde ik naar boven. Was er nog steeds niet zeker van.
Bij thuiskomst die middag, had ik de koffers in de tuin uitgepakt, gespitst op elk eventueel beestje. Ik had niets gezien. Op de ongedierte-site had ik gelezen dat kakkerlakken eitjes achterlaten. Deze zin gaf mij de rillingen.
Ik weet het niet honderd procent zeker, maar het waren toch oorwurmen volgens mij, fluisterde ik bezwerend naar man, terwijl ik naast hem kroop. ‘Die zijn niet fijn maar wel onschuldig’. Die nacht droomde ik dat ik werd aangevallen door Boktorren.
Als je wat kilo’s wilt afvallen kijk dan iedere dag even op de ongedierte-site.