Is orgaandonatie wel zo’n goed idee?
Wie de discussie rondom orgaandonatie een beetje heeft gevolgd, moet het zijn opgevallen dat de focus volledig ligt op de mensen die op een orgaan zitten te wachten. Niemand heeft het over de donoren en hun nabestaanden.
Er wordt ingespeeld op emoties en sentimenten en geappelleerd aan ons verantwoordelijkheidsgevoel. Je wordt geconfronteerd met ernstig zieke mensen die ten dode zijn opgeschreven als er niet snel een donororgaan beschikbaar komt.. In die gemoedstoestand gebracht, denk je niet meer na. Je zit in de emotie. De suggestie wordt gewekt dat mensen op de wachtlijst voor een donororgaan overlijden omdat er geen donororgaan beschikbaar is. Neen, deze mensen overlijden omdat hun eigen organen het opgeven!
Totaal onderbelicht blijft de kant van de donor. Vreemd, want zonder donor geen donororganen. Zou het kunnen zijn omdat dit niet zo’n prettig verhaal is en potentiële donoren zou afschrikken? Want bij orgaandonatie worden de organen dus uit een levend lichaam gehaald. Zonder narcose. Dit nadat de diagnose hersendood is gesteld, een uiterst dubieus concept. De donor overlijdt op de operatietafel, niet eerder. En tijdens de operatie reageert de veronderstelde hersendode wel degelijk met afwerende bewegingen en reflexen.
Het begrip hersendood is in 1968 geformuleerd om juridisch in te dekken dat een patiënt in dat geval ook ‘dood’ is. Hoewel de hersenen geen activiteit vertonen, functioneert het lichaam nog wel. Een hersendode patiënt urineert nog. Dat roept de vraag op in hoeverre een hersendode patiënt nog kan voelen. Wereldwijd zijn voorbeelden van foute en te snelle diagnoses, mensen die ontwaakten uit ‘hersendood’ en gezond verder leven. Zoals Esmee Feenstra. Zij werd in 2005 hersendood verklaard. De medici stonden al klaar om haar organen eruit te halen, toen haar zus een traan uit haar oog zag komen en dit werd afgeblazen. Inmiddels heeft deze ‘hersendode’ een universitaire studie afgerond. De gretigheid en snelheid waarmee vaak nog jonge mensen hersendood worden verklaard is bijzonder verontrustend.
Volgens Dr. Cicero Galli Coimbra, klinisch neuroloog en universitair hoogleraar in Brazilië, is hersendood niet dood, maar een levensbedreigende neurologische situatie. Omkeerbaar en te voorkomen door een gerichte hormonale behandeling en herstel van de ademhalingsfunctie, waarna herstel optreedt en een normaal leven mogelijk wordt. Comapatiënten worden echter beschouwd als potentiële orgaandonoren. Ze worden niet behandeld, maar juist van de kunstmatige beademing afgehaald om te kijken of er spontane ademhalingsactiviteit optreedt. Dit leidt vaak tot onherstelbare hersenbeschadiging of hartstilstand. Maar ja, er worden levens gered met die organen!