Een halfjaar medelijden
Precies een jaar terug werd er kanker geconstateerd bij mijn moeder. Vanaf dat moment stond mijn wereld op zijn kop. Tussen mijn drukke leven door moest ik ineens iedere dag naar het ziekenhuis, dagelijks mijn familieleden op de hoogte houden. Nachten lag ik wakker van de zorgen.
Ik raakte de weg kwijt en belandde in een depressie, zoals dat mooie hokje heet. Ik kon niks meer en had nergens meer zin in. Het vrolijke meisje dat ik normaal was, maakte plaats voor een verbitterde versie.
Ik kreeg enorm veel steun van vrienden en andere mensen in mijn omgeving. Ze hielpen mij een stapje de goede richting op. Maar toch, ook hun geduld raakt op. Na het zoveelste telefoongesprek kunnen ze mij niet meer helpen. En ik ben niet meer de persoon die zij van mij verwachten te zijn.
Dit merk ik niet alleen bij mezelf, maar ook bij anderen. Het lijkt soms alsof je maar even verdrietig mag zijn, om die persoon in je leven van wie je afscheid hebt moeten nemen. Daarna moet je het leven weer oppakken alsof er niks aan de hand is. Maar verdriet verdwijnt niet zo snel.
Ik voel de druk op mijn schouders om weer dat vrolijke meisje te moeten zijn. Mensen zijn nu eenmaal niet gemaakt om zich continu zorgen te maken over andere mensen. Na een halfjaar is het medelijden op.
En dat is maar goed ook: je kunt nu eenmaal niet de last van iedereen op je schouders dragen. Het leven gaat gewoon door. Maar neem soms toch even de tijd om te vragen hoe het met de ander gaat. Want dit kleine gebaar kan soms een wereld van verschil maken.