Een dag op mijn werk in een hospice
Ik had dagdienst, het was 2e pinksterdag. Een beetje brak door een onverwacht dagje pinkpop de dag ervoor, maar wat make up op je gezicht doet wonderen. Met een flinke bak koffie zat ik aan de overdracht. Ik was een paar dagen vrij geweest dus er waren veel nieuwe cliënten.
Op kamer 3 lag een jonge vrouw van in de 30. Zij was stervende en bezig met het laatste stukje van haar leven. Op haar kamer sliepen haar echtgenoot en 3 kinderen. Het was een hecht stel kreeg ik te horen.
Zij spraken gebrekkig Nederlands en meneer was erg verdrietig en liet haast geen zorg toe. Samen met mijn collega begonnen we aan ons rondje om de dag te starten. Bij kamer 3 aangekomen hoorden we veel geschreeuw en gehuil.
We besloten om samen naar binnen te gaan. We klopten op de deur en ik gluurde door een kiertje de kamer binnen. In een paar seconden nam ik de hele situatie in me op.
Ik zag in de hoek van de kamer de kindjes liggen op een matras en een opklapbed. De jongste schatte ik op een hooguit 1 jaar. Hij zat rechtop in bed met z’n piekhaar.
Ik zag meneer over het bed hangen waar mevrouw in lag.
Hij schreeuwde en huilde in een taal die we niet verstonden maar toch begrepen we hem.
Ik deed de deur verder open en we liepen naar binnen.
Mijn collega besloot de kindjes mee te nemen. Ze tilde het kleintje op en nam de andere 2 ook mee. Die waren zo’n 3 jaar en 9 jaar.
Ik ontfermde me over het echtpaar.
Het werd me al snel duidelijk dat mevrouw was overleden. Meneer was radeloos. Zijn vrouw was zijn alles.
Hij was woedend en wilde geen hulp. Hij schreeuwde. En ik kon niks anders doen dan weer weg gaan.
Terwijl ik weer op de gang liep, smeet hij koffiekopjes door de gang.
Het werd een ravage.
Hij beende woest naar zijn kindjes en greep de oudste mee. Hij wilde de dat de oudste zou helpen met de laatste zorg voor zijn vrouw.
Aangezien het uit de hand dreigde te lopen besloten we de psycholoog en geestelijk verzorger te bellen. Gelukkig kwamen ze snel, al was het hun vrije dag. De psycholoog was er vooral voor het personeel. En we waren haar daar dankbaar voor.
Ondertussen probeerden we de kamer binnen te komen.
De deur was op slot gedaan en meneer weigerde open te doen.
We probeerden contact te houden door de deur heen.
Gelukkig kwam daar de geestelijk verzorger. Hij had altijd wel een oplossing.
Na veel gepraat bij de deur ging ik samen met de geestelijk verzorger naar binnen.
Eindelijk konden we echt wat gaan doen.
We kregen het voor elkaar dat zijn oudste de kamer uit mocht en ik zou de laatste zorg samen met meneer gaan doen.
Omdat ik vertelde dat ik als hobby visagie had mocht ik helpen, onder voorwaarde dat ik haar prachtig zou opmaken.
Samen met meneer verzorgde ik zijn vrouw. Wat was hij lief voor haar. Ze was zijn grote liefde en hij was er nog lang niet klaar voor om verder te moeten leven zonder haar.
Hij sprak in gebrekkig Engels, maar ik begreep hem.
En ik vond het fijn dat hij me heel even zo dichtbij liet komen in hun kleine mooie wereldje.
Ik was mijn slaapgebrek meteen vergeten.
Het werd een werkdag om nooit meer te vergeten.
Zoiets krijgt een plekje in je hart.