Schaamrood

Luc van de Wiel 14 jan 2018

Ik liep te dralen voor de ingang. Telkens als ik dacht voldoende moed verzameld te hebben, kwam er iemand aanlopen. Telkens deed ik alsof er niets aan de hand was, en liep door.

Het moest er toch een keer van komen. Ik raapte al mijn moed bijeen, en liep naar binnen. Langs smalle gangen zocht ik mijn weg, displays vol aanlokkelijke aanbiedingen versperden de weg. Het was slalommen langs winkelende mensen, op hun gemak kijkend op etiketten, tegelijkertijd zwaaiende winkelmanden ontwijkend.

Eindelijk had ik me een weg gebaand tot achterin de winkel, waar ik kon vinden waar ik naar op zoek was. Ik had een voorbeeld verpakking bij me, hoe ik ook zocht, ik kon het niet vinden. Er was natuurlijk geen winkelbediende in de buurt. Zucht. Maar eens kijken of de omschrijving op de verpakking in de buurt kwam. Op goed geluk koos ik er een.

Met mijn ‘buit’ onder de arm baande ik me een weg naar de kassa. Schichtig ontweek ik de blikken van andere mensen. ‘Opzij, opzij, opzij! Maak plaats, maak plaats, maak plaats!’, dacht ik, iedere keer als iemand in de weg liep. Het scheelde niet veel, of ik had het uitgeschreeuwd! Maar ja, dan vestig je helemaal de aandacht op je. Dan maar op mijn lip bijten!

Ik had zowaar de moed om aan de kassajuffrouw te vragen of ik inderdaad het juiste product te pakken had. Op haar bevestigende knik volgde een vast hoorbare zucht van verlichting. Ik hoefde tenminste niet nóg eens…

Nu volgde pas echt een test van mijn moed en doorzettingsvermogen. Mijn auto stond ongeveer 500 meter verderop. Een lange mars begon, een ‘walk of shame’, mijn aankoop angstvallig onder de arm geklemd, zichtbaar voor alles en iedereen. Ik was zo slim geweest om geen (plastic) tas mee te nemen. Vanzelfsprekend.

De nieuwsgierige blikken waren onvermijdelijk en onontkoombaar, hoe ik ook probeerde mijn aankoop te verbergen. Mannen keken me meewarig aan, met een blik van ‘Je vrouw heeft je zeker op pad gestuurd? Stakker!’, of met een blik van herkenning. Vrouwen keken juist vertederd, met een blik van ‘Wat een schat, dat hij dat voor zijn vrouw doet!’

500 meter hadden nog nooit zo lang geleken, na wat een eeuwigheid leek, kwam ik eindelijk bij de auto. Snel deed ik mijn aankoop in de kofferbak. Het zat er op!

Met het schaamrood op de kaken liep ik over straat. De volgende keer haalt die lieve schat van mij lekker zelf maandverband!