Gedeelde smart is halve smart
Geschreven door: Joshua Vissers
Vuur, water, aarde, lucht. Lang geleden leefden de 4 naties in vrede samen, maar alles veranderde toen op 18 januari de luchtnatie aanviel. De storm die nederland te verduren kreeg zette heel werkend, studerend en vrijetijdsbestedend Nederland buitenspel. Op deze dag ondervond ik aan den lijve het thema ‘Man vs. Nature’. Een optimisme dodende combinatie van kou, wind en valse hoop maakte deze dag haast ondragelijk. Gelukkig heeft de mens een copingmechanisme, om hem door deze barre tijden heen te sleuren; samen zeuren.
Een sprankje hoop sijpelde mijn kil geworden ledenmaten binnen toen ik vernam dat er, let op, GRATIS koffie of thee te halen was. Ik denk dat alle Nederlanders hiervan een warm gevoel kregen waarop ze weer een uurtje vooruit konden. Bij het tekort aan leerwerk of ander vermaak ging ik op zoek naar een plek om het leven, maar vooral het station, te overzien. Zo ontstond er dit (wellicht wat beknopte) ooggetuigenverslag.
Gezeteld op een kil, koud en hoogst oncomfortabel stationsbankje aanschouw ik ware oorlogstaferelen. De westerwind die zich tegen het volk heeft gekeerd heeft ervoor gezorgd dat we op elkaar aangewezen zijn. Een gedeelde vijand schept groepsmoraal. In deze hedendaags bunker (zie: stations) zitten mensen uren te wachten op een verlossende ‘beste reizigers’. Mensen die elkaar op een normale dag geen blik waardig zouden gunnen, praten plots met een openhartigheid die normaliter alleen bij goede bekenden wordt gezien. Groepen mensen van alle leeftijden, sociale klassen en werkvelden klonteren samen. Het bindmiddel? Frustratie en onduidelijkheid. De verzetsradio is modern vervangen door Twitter met de hashtag ‘stormpoolen’. Ik geloof mijn ogen haast niet als ik in deze logistieke puinhoop een romantisch beeld zie onstaan. Twee jongeren hebben elkaar gevonden in de massa. En terwijl de stationsklok het zoveelste versplide uur aangeeft, zeggen zij tegen elkaar: ‘Zullen wij anders samen de warmte van een gedeelde taxi op gaan zoeken’. Of misschien heb ik me dat uit verveling gewoon ingebeeld.