Diepgravende kuiltjes
de wereld dit
de wereld dat
de wereld deed
de wereld doet
de vader noteert een wim-kieft-momentje:
hij wordt er allemaal zo moe van
aa-aa-aagh! joecockert hij ten slotte
hij ligt op een gemiste kans:
een wit strandlaken
dat als spandoek had kunnen dienen
papa, mag ik ook boos worden? vraagt zijn dochtertje
ze steekt haar strandschepje in het zand en
gooit een flinke schep aarde in de zee
wacht! zegt de moeder
ze pakt het schepje over en
tekent met de steel een portret van moeder aarde in het zand
graaf maar kuiltjes in haar wangen, zegt ze
terwijl haar glimlach en de lach van de kleine
kuiltjes graven in hún wangen