Angst maakt meer kapot dan je lief is

Maaike Daatselaar 14 jan 2018

Het allerfijnste van spiegels is de confrontatie. Net als de eerste maand van een jaar. Als mensen met hun goede voornemens in de sportschool staan en er broccoli met kip op tafel staat in plaats van bakjes van de afhaalchinees. Als de stevige noordoostenwind ons land van Siberische kou voorziet. En de zorgvuldig, uitgezochte kerstbomen zijn afgedankt, houdt heel de wereld zichzelf een spiegel voor.

Mensen zijn kuddedieren. Als er 1 schaap over de dam gaat volgen er meer. De veiligheid die het biedt om met de meute mee te gaan. De angst om anders te zijn en buiten de boot te vallen die overheerst. Dat je niet met jezelf in verbinding staat, neem je voor lief.

Het is 1 januari 2018 en ik kijk in de spiegel. Waar ik voorgaande jaren een struisvogel zie, staart er nu een nieuwsgierige, creatieve jongedame in de spiegel. Mijn echte ik wil zich niet langer verbergen. De angst om te staan voor wie ik ben domineert niet langer. Mijn grootste les in 2017 ‘verstop jezelf niet langer’.

Een grote beslissing die ik in 2017 nam, veranderde mijn blik in de spiegel. De moed die ik bijeen raapte om te gaan voor iets wat ik altijd al wilde; geld inzamelen voor een goed doel. Waar dromen niet langer onwerkelijk leken, maar realiteit werd. Moeilijke momenten kwamen en een ticket naar verweggistan leek meer dan eens de enige oplossing. Zoals Rome niet in 1 dag werd gebouwd, was de overtuiging dat ik niet goed genoeg was ook niet als sneeuw voor de zon verdwenen. Iets wat in Nederland niet vaak voorkomt, maar de waardering die ik kreeg, inspireerde mij meer dan eens om door te gaan en te staan waar ik voor sta.

Als je in de spiegel kijkt en jezelf kan zien zoals je bent. Je hart die in verbinding staat met je hoofd en je zonlicht ziet in plaats van de eeuwige mist. In de eerste week van januari lijkt alles mogelijk. Plannen om je leven te beteren om vervolgens aan het eind van de maand met je luie reet op de bank te belanden. Zoals men zegt: ‘angst is je grootste vijand.’