Voel jij je niet machteloos in de jouwe?
Niet alleen leven we in een maatschappij met een schoonheidsideaal, maar ook een persoonlijkheidsideaal. Hoe vaak horen we ouders hun zorgen wel niet uiten over hun ‘teruggetrokken kinderen’. Of basisschoolleerkrachten die als doel voor ogen hebben om leerlingen meer uit hun schulp te trekken. Introversie wordt als het ware gezien als een probleem dat opgelost moet worden. Maar is het niet eerder onze gedachtegang die opgelost moet worden in plaats van de persoonlijkheid van bijna een derde van de samenleving? Door deze vraagstuk dwalen mijn gedachten terug naar een simpele herfstdag uit 2005.
Het is iets over drieën en zoals gewoonlijk zit ik op het puntje van mijn stoel, vol verwachting naar de juf te kijken die de les afrondt. Mijn klasgenoot met lange zwarte lokken en een brede lach vraagt of ik bij het parkje naast de school blijf spelen. ‘’ik moet ergens heen’’ is het excuus dat ik vandaag bedenk. Zodra ik de schoolhekken passeer, loop ik met korte benen en grote stappen richting de vertrouwde geur van natte bomen en de metalen geur van de lange roestige lantaarnpaal. Terwijl ik naar de mooiste dennenappels op de grond zoek en de kleurrijkste bladeren uit de boom probeer te trekken, hoor ik mijn moeder vanaf een afstand mijn naam roepen. Het is inmiddels tijd om naar huis te gaan.
Dit is een van de kleurrijkste herinneringen die ik over heb gehouden aan mijn kindertijd. Het feit dat ik mij zo gelukkig kan voelen terwijl ik alleen ben, noem ik de kracht van introvert zijn in een wereld die bang is om alleen te zijn. Jezelf kunnen verliezen in je eigen gefantaseerde wereld hoeft geen teken van eenzaam of ontevredenheid van de huidige wereld te zijn, maar is meer een vorm van artisticiteit die de creatieve kijk op de wereld bevorderd.
Na tien jaar bevind ik me weer tussen de bomen, maar vandaag ben ik in het zwart. Terwijl ik mijn hoofd achteroverleun, staar ik met nostalgie naar het licht van de lantaarnpaal. Hij lijkt feller dan ik mij kan herinneren. Dit keer ben ik niet alleen. Naast me hoor ik ‘’voel je je soms niet eenzaam in je eigen wereld’’. Mijn ogen wenden zich niet af en blijven naar het licht staren terwijl ik na een poosje met een klein glimlach antwoord ‘’voel jij je niet machteloos in de jouwe?’’.