Terug naar de basis(school)
Het is maandagochtend. Met een slaperig gezicht val ik door een stevige duw in mijn rug bijna de bus uit. Ik draai me om en kijk recht in het gezicht van een man van een jaar of dertig, strak in pak en een dure aktetas. Chagrijnig start ik de korte wandeling naar school. Een ochtend zoals alle anderen. Als ik op school ben is mijn slaperige gezicht vervangen door een geïrriteerd en chagrijnig gezicht.
Ieder voor zich en God voor ons allen lijkt de mentaliteit te zijn. Iedereen is de hele dag voor zijn plek aan het vechten. Tijdens de leswisseling wordt je van de linkerkant naar de rechterkant van de gang geslingerd. Als vijfde-klasser ben ik inmiddels groot genoeg om er ongeschonden door te komen. Maar de brugger die ik zie als ik naar beneden kijk zal waarschijnlijk met een heel ander verhaal thuiskomen.
Zelfs in het klaslokaal ben je nog niet veilig. Ik mag dan een plek in het lokaal veroverd hebben. Ik heb nog geen plek in de groep. Daarvoor moet je nog veel meer doen. Je moet zo nu en dan een grappige opmerking maken, maar ook weer niet te vaak. Je moet niet onverschillig zijn. Maar je moet ook zeker niet laten merken dat je toch wel heel graag goede cijfers wilt.
Na 17 jaar op dit aardbolletje rondgelopen te hebben, ben ik eraan gewend. Een flinke duw in de bus overleef ik, de weg naar elk lokaal kan ik op mijn duimpje vinden en ook in de vriendengroep heb ik mijn plek vergaard. Maar net als je denkt dat je er bent. Als je denkt dat je op je plek zit. Komt het moeilijkste deel. Je plek behouden. Een lange tijd ziek, een verkeerde opmerking, en weg is je plekje.
Het is vijf uur ’s middags. Enthousiast verteld mijn broertje over zijn schooldag. Met de hele klas hadden ze een sneeuwpop gemaakt. Samen maakten ze een ballen en aan het eind hadden ze alle ballen op elkaar gezet. Twee knopen en een wortel als neus en hun sneeuwpop was klaar. Samen gemaakt. Ik denk even terug aan de man vanochtend in de bus en denk misschien moeten we met z’n allen terug naar de basisschool. Meer samen in plaats van alleen. Anders ben ik over twintig jaar degene die een scholieren uit de bus duwt.