Sport: leren, ambiëren, floreren
Een wereldrecord. Om dit in je eigen sportdiscipline te realiseren, moet je eerst leren. Daarna ambiëren en tenslotte ga je hopelijk floreren. In de atletiek –de moeder aller sporten- staan wereldrecords vaak heel lang gevestigd. Neem nu het wereldrecord verspringen bij de mannen. Verbroken door Mike Powell tijdens de wereldkampioenschappen van Tokio in 1991 met vijf centimeter. Hij verbrak hiermee het record van Bob Beamon wiens record vanaf de Olympische Spelen in Mexico-stad 1968 in de boeken stond. Hij sprong 8,90 meter. Hij werd ineens een levende legende binnen de atletiekwereld. Inmiddels is Beamon met pensioen en hobbyt hij bij als ICT-er. Hij is namelijk erg gedreven in het tekstverwerken. Hij is de eindverantwoordelijke als het gaat om het indrukken van de Tab-toets op het toetsenbord, en op die manier is hij het verspringen dus niet verleerd. Door het regelmatig indrukken van de Tab-toets verspringt de cursor namelijk enkele centimeters. Laat staan acht meter negentig.
Ook Raymond van Barneveld en Michael van Gerwen zijn geen vreemde eenden in de bijt als het gaat om wereldrecords. Laatst trof ik ze beide aan bij een bierproeverij. Een Belgisch caféhouder stelde hier zijn eigengemaakte speciaalbieren ten toon. Logisch dat Raymond en Michael hier ook aanschoven, want zij hadden wel verstand van dubbels en tripels. Uiteindelijk kwam de Cuveé du Chateau tripel het beste uit de bus. Frappant om te zien. Wij zittend in het café, kijkend uit het raam naar een biertje dat uit een bus stapt. Daarbij werd opgemerkt dat je, indien je een wereldrecord vestigt, er opeens heel veel fans bijkrijgt.
Bij mijn eigen voetbalteam bijvoorbeeld is Guus verantwoordelijk voor de werving van de fans. Daarnaast is hij ook als voetballer actief. Afgelopen zondag toen we ons na de wedstrijdbespreking verplaatsten naar de kleedkamer, had hij een kettingzaag meegenomen. Ook had hij een boomstam klaar laten leggen op de massagetafel. Toen iedereen binnen was, slingerde hij de zaag aan. Iedereen keek wat verontwaardigd en vroeg wat hij aan het doen was. “Nou gewoon, ik ben op zoek naar de harde kern.”, lachte hij. Ja. En dan ben je uitgepraat. Als invaller scoorde hij tweemaal, en dus voor de ommekeer in de wedstrijd. Uiteindelijk wonnen we, en de wissels deden hun werk goed. Maar in welke fase kunnen we deze column nu plaatsen: leren, ambiëren of floreren? Persoonlijk zou ik dat niet weten, maar ik denk dat fantaseren dichter in de buurt gaat komen.