Filefeest
Het licht glijdt over mijn nog slaperige gezicht. De ritmische voortbeweging, het warme licht, de zoemende geluiden en het gestaar naar niets in het bijzonder maken me loom. Zonder de grote weerstand waarmee files gepaard gaan zou het bijna rustgevend zijn. Het was nog wel extra vroeg dat ik vertrokken was om dit te voorkomen, ijdele hoop.
Ik doorbreek mijn gestaar en kijk naar mijn achterbuurvrouw. Haar gezicht licht op wanneer ik voorzichtig rem en ik zie hoe ze geconcentreerd haar lippenstift aanbrengt. Het is een rode kleur die goed past bij haar kleding en misschien zelfs wel bij haar auto. Zou haar dat zelf ook al opgevallen zijn?
Naast mij zet de beweging in en schuift een nieuwe forens aan. Hij oogt vermoeid, gestrest en dat al zo vroeg in de ochtend. Hij is diep in zijn telefoon verzonken, via het scherm verbonden met het leven buiten de auto waar we zo naarstig naar op weg zijn. Zelfs zo, dat we het tijdens onze reis niet weg kunnen leggen. Hij vangt mijn blik en kijkt snel weer stuurs voor zich uit. Betrapt kijk ik om me heen naar de andere auto’s waar ik door omgeven word en die wel 10 kilometer file vormen.
Dat zijn ten minste 10 kilometers aan verhalen, elke auto met een uniek mens dat een unieke reis aflegt. Waar zouden ze vandaan komen? Waar zouden ze heen gaan? Duidelijk hebben we allemaal wat anders te doen dan gedwongen stilstaan. De mevrouw naast mij heeft er desondanks zin in, lachend zit ze achter het stuur, meegenomen door de grapjes die uit haar radio komen. Ik geef een flinke draai aan mijn volumeknop, op zoek naar hetzelfde plezier.
Opgaand in het filefeest merk ik dat mijn voorganger langzaam weer begint te rijden. Nog voor ik de kans krijg om aan te sluiten schiet er iemand tussen. Zo ontmoet ik de tactische bestuurder, met het gevoel in de verkeerde rij te staan steevast op zoek naar de snelste baan voor de meeste meters. Ik hoop maar dat het voor hem iets uitmaakt. Als je het mij vraagt, staan we hier allemaal verkeerd.