De juffen en meesters zijn op
Yes! Een brede glimlach op zijn gezicht terwijl er niemand is die het ziet. De ogen van het schaap op zijn slaaptrainer-wekker gaan open. Hij mag uit bed! Na een goed gecoördineerde zwaai ploft hij op het tapijt naast zijn hoogslaper. Hij hinkelt nog wat zonder doel door de kamer en probeert met een stoere karatetrap de gordijnen open te schoppen. Gelukt. Kampioen!
Tanden best aardig gepoetst, te veel gel in zijn blonde kuif en met zijn onderbroek achterstevoren hinkelt hij nu naar de trap. Goedgemutst want elke dag is leuk.
Maar halverwege de trap staat hij stil. Als dikke stroop valt hem het besef binnen. Juf Marja is ziek. De zenuwen kruipen langs zijn ruggengraatje. Juf Marja is streng. Maar fijn. Fijn streng. Want duidelijk. Maar ze is ziek. Dus dat betekent…. Ehh…
Misschien is meneer Henk er. Dan moet hij vooral stil zitten. Hij kan er niet tegen als de stoelen schuiven. Maar hij vertelt wel leuk. Of de directrice. Die praat zo lang. Dan moet hij in elk geval kijken, net alsof hij oplet. Juf Marja weet dat hij ook kan luisteren als hij naar buiten kijkt. Maar de directrice weet dat niet. Hij moet dan vaak naar de gang. Of juf Ria, dan moet hij stil zijn als ze aftelt. Wéér een andere regel. Kan hij dat onthouden? Of zijn klas wordt verdeeld. Dan zit hij misschien wel bij meneer Pim. Die roept zo hard als hij boos is. Of een vervanger die hij niet kent. Paniek. Of naar huis omdat er geen juf of meester is. Paniek. Dan kan hij niet stoeien in de pauze met Jeremy. Is de juf er wel met Sinterklaas? O ja, surprise. Meer paniek.
Onder aan de trap is de glimlach verdwenen. Zijn moeder kijkt hem over haar kop thee vriendelijk aan. ‘Och lieverd, niet vrolijk wakker geworden?’. Na een halve boterham met suikervrije hagelslag slikt hij achteloos zijn tabletje Ritalin.
In hinkelen heeft hij plots geen zin meer. Met zijn jas scheef dichtgeknoopt loopt hij de koude buitenlucht in; de grote onzekerheid tegemoet. Held.