De dagen zijn kort maar de nachten worden langer
“Gelukkig zien wij elkaar op de buurt BBQ op 15 december”. “En de feestdagen komen eraan!” De dagen zijn kort maar de nachten worden langer. Ik hoorde dat iemand in de metro zeggen tegen haar buurman en zij lachte erbij.
Ik was onderweg naar een eetafspraak. Ik dacht even terug aan mijn studententijd. Toen ik tijd in overvloed had. Ik kon discussiëren tot diep in de nacht . Gaan stappen en nieuwe mensen ontmoetten . En met mijn kleren aan in slaap vallen. ‘s Middags wakker worden.
Naast onze regelmatige zondagse rondwandelingen, waarbij wij door de waterleiding duinen bij Haarlem zwierven of door de rivierlandschappen bij Zutphen meanderden, bleven onze verjaardagsvieringen over.
Ik ben uitgestapt en loop nu buiten. De natte sneeuw dwarrelt omlaag. Ik ontwijk een plas op het voetpad en bots bijna tegen twee voorbijgangers aan. Ik sla een bocht om en voel de koude lucht in mijn gezicht . Ik zoek een zijpaadje. Net als op onze rondwandelingen. Een mogelijkheid om af te snijden.
Toen zag ik een platgelopen graspad dwars over de grasvlakte, die ik over moest steken. Ik nam de afslag. Volgde de losse pollen en eindigde tot mijn verbazing bij een hoog getralied hek. Nu kwam ik niet verder. Geen gat in het hek of een andere doorgang te bekennen.
Ik rook keukenluchtjes en kreeg trek en dacht aan het menu van de kok. Een driegangenmenu, met vooraf een kommetje vissoep of een bordje oesters. En een hoofdgerecht met een schouderhaasje op een bedje van gefrituurde boerenkoolblaadjes met een plukje zuurkool en een zoete aardappel.
Ik hoorde de ober praten over een Jodenhaasje. Ik moest denken aan een verkeerde grap. Of een onbedoelde frats. Maar ik luisterde goed naar de uitleg en besefte dat het ging over een -stukje- vlees-dat- zich -bevindt- tussen- de- schouders- van-een-rund. Het water liep mij in de mond.
Na mijn omzwervingen bereikte ik de ingang van het industriële gebouw. Waar vroeger de bolletjestype-machines van IBM werden gemaakt. Binnen bij de receptie zocht ik naar het restaurant met de toepasselijke naam : Bureau. Ik liep naar een lift en voordat ik het besefte arriveerde ik in een grote gastvrije ruimte.
Ik ben op tijd voor mijn afspraak. Ik kijk om heen. Ik kijk door de ramen. En ik zie dat het donker is. De dagen zijn korter in december, want het is nog vroeg. Met een grote glimlach brengt de gastvrouw mijn jas naar de kapstok en leid zijn me naar mijn plek. Waar ik mijn vrienden mag ontmoeten. Ik ben blij ze weer te zien.