De buschauffeur
‘Ik vind dit heerlijk werk’. De buschauffeur trekt even aan zijn sigaret en blaast met toegeknepen ogen een grote wolk uit. Hij staat in de deuropening, kijkt me vriendelijk aan, verschikt wat aan zijn haar. Een rode spoeling, vermoed ik. ‘Ik doe ook nog ander werk hoor, ik ben leraar maar doe dit erbij als ontspanning’. Hij kijkt me blij aan, ik schat hem in als een prater. Dan is hij bij mij aan het verkeerde adres vanmiddag. Ik volsta met knikken, kijk vriendelijk maar gereserveerd terug en loop de bus in, ver naar achteren.
Ik zie hoe hij gretig de volgende passagier verwelkomt en zijn verhalen op haar loslaat. Hij gaat graag naar Curaçao vertelt hij, waar hij ook maandenlang als buschauffeur heeft gewerkt. Hij praat zeer correct, bijna bekakt. Moet wel ijdel zijn, constateer ik als ik naar zijn rode haardos kijk.
De buschauffeur staat verschillende mensen te woord, die hem vragen stellen over andere routes en busnummers, met opvallende toewijding. Mijn eerdere irritatie is verdwenen. Ik vind hem sympathiek en een tikje excentriek. Hij blijft me bij. De weken die volgen heb ik de mazzel dat hij de bus van en naar Nieuwegein rijdt. Hij is op tijd, altijd hartelijk. Wat een verademing. Een week of wat later, realiseer ik me dat ik hem al een poosje niet meer heb gezien. De bus rijdt sindsdien, ook zonder hem, op tijd. Voorlopig is hij uit mijn gedachten.
Tot ik op een ochtend sta te turen richting de weg waar de bus vandaan moet komen. Het is koud, de wind schuurt langs mijn wangen. Er stopt een bus, maar niet de mijne. Deze gaat richting Zeist. De deur schuift open. Ik kijk achteloos naar binnen en herken hem meteen. Hij mij ook lijkt het, want hij lacht verrast en kijkt me stralend aan. Hij heeft vuurrode krullen tot op zijn schouders, draagt twee grote zilveren oorringen en zijn make-up ziet er verzorgd en sprekend uit. Zijn lipgloss geeft hem een zwoele aanblik. Ik zwaai naar hem. Hij steekt nogmaals zijn hand op, zijn nagels felrood gelakt. De deuren maken het bekende sissende geluid en weg is hij. Ik kijk de bus na.
Even later stap ik in en zak neer op mijn vertrouwde plek. Ik kijk uit het raam naar de mistige lucht. Zijn moed en levenslust raken me. Mooi zo’n verrassingsmoment op deze kille maandagochtend.