Waar rook is…
Spreekwoorden en gezegdes. Iedereen kent er wel een aantal. Je hebt er vroeger op school veel geleerd. Toen dacht je nog: Wat heb ik er aan? Ik doe er toch niets mee. Maar onbewust ga je er later toch te pas en te onpas gebruik van maken. Je hoort er op televisie ook regelmatig iemand in een praatprogramma of tijdens een interview een uitspreken. Lachwekkend is het dan als er een paar woorden worden verwisseld of dat er twee spreekwoorden door elkaar gebruikt worden waarbij het in eerste instantie goed klinkt maar bij nader inzien hoor je jezelf denken: hier klopt iets niet. Afgezien van het feit dat er vaak fouten mee worden gemaakt blijft het toch leuk om zo nu en dan je taalkennis uit te proberen.
Is het iets wat vooral ouderen gebruiken? Krijgen kinderen tegenwoordig ook nog les in spreekwoorden en gezegdes? Of is dit gebruik van onze taal zo langzamerhand aan het einde van haar Latijn. Ik hoor er kinderen eigenlijk nooit gebruik van maken en betwijfel of er nog enige kennis van aanwezig is, getuige het volgende voorval:
Ik was een paar jaar geleden samen met mijn jongste dochter in de auto onderweg. Ik zag in de verte een rookpluim boven de huizen uitkomen. Vuur was er echter niet te zien. Onmiddellijk schoot mij een spreekwoord te binnen. En welk spreekwoord hoort daarbij? Juist: Waar rook is, is vuur. Nu weet ik wel dat in dit geval de betekenis totaal anders is dan de letterlijkheid doet vermoeden, maar toch. Ik vroeg aan mijn dochter: Waar rook is, is …? Je verwacht en hoopt dan dat ze vervolgens het juiste woord aanvult. Maar wat gebeurde er toen de actualiteit op dat moment anders deed vermoeden. Ja hoor, de jeugd vulde het op geheel eigen wijze aan. Waar rook is, is “de Paus”, kwam er uit haar mond.