Vuur

Roos Voorhorst 23 nov 2017

De straat is stil. Vanmorgen vroeg rond 08:00 is een man alles kwijtgeraakt. Vanmorgen vroeg, toen mijn vriend twee eieren kookte en ik uit de douche kwam. Ik hoorde geknetter en rook de geur van rook. Ik heb nog nooit een brand van dichtbij meegemaakt dus ik herkende het niet. Met mijn handdoek om kwam ik de keuken binnen en doorbrak het gesprek tussen mijn vriend en de vriend die was blijven slapen. Vroeg of ze ook wat roken. Ze stopten met praten en het geknetter werd harder. Ik zei hem uit het raam te kijken en daar laaide, acht huizen rechts van ons, een groot vuur. Op het moment dat ik me realiseerde dat de brandweer gebeld moest worden, reden de sirenes onze straat al in. Uiteindelijk stonden er vijf brandweerauto’s en hing er een kraan over de huizen heen. We sloten de roosters en de ramen en bleven binnen.
Aan de overkant zat een vrouw in haar badjas op de stoep te roken. Ze bekeek het zwart geslagen huis. Er kwam een meisje met ochtendhaar in rode trainingsbroek en bontjas aanlopen. Ze filmde de voorbij rennende brandweermannen die wanhopig op zoek waren naar een put en ze filmde de rook die uit het huis kwam. Er hingen mensen uit de ramen van de trappenhuizen en die het tafereel met lege ogen bekeken.

Toen de vonken langs het keukenraam vlogen bedacht ik me wat ik moest pakken als het vuur deze kant op zou komen. Ik zei tegen mijn vriend dat hij de tv moest laten staan. Niet dat ik dacht dat de tv zijn waardevolste bezit zou zijn, maar toch ook om daar zeker van te zijn. De vlammen werden kleiner, de brandweermannen stopten met rennen en de geur van rook veranderde in de geur van gesmolten plastic. Mijn vriend vertrok naar werk en ik ging naar een vriendin.
Uit angst dat ons huis op de een of andere manier toch nog zou afbranden als ik weg was, pakte ik een linnen tasje in. Daarin stopte ik mijn laptop, een fotoboek van al onze reizen en twee onderbroeken. Ik schaamde me voor die onderbroeken in mijn tas, maar was me ook bewust van hoe praktisch het zou zijn als we straks ook niets meer hadden.

Drie verdiepingen zijn afgebrand, drie mensen die alles kwijt zijn behalve hun leven. Toen ik vanmiddag thuiskwam opende ik het keukenraam. Ik keek naar acht huizen verder en zag niets. Vandaag is het stilte na de storm op de Rombout Hogerbeetsstraat, en morgen gewoon weer vrijdag.