Priority seat
Maandagochtend 7:30 uur. Ik probeer voorzichtig een sprintje te trekken naar de IC richting Rotterdam. Yes! Net op tijd! Maar de trein rijdt niet. Ok. Zucht. Even wachten. Een kwartier later arriveert de volgende trein. Maar die is zo vol dat ik er niet bij kan. Ok. Zucht. Even wachten. 5 minuten later de volgende trein. Dit moet qua aantal net gaan lukken. Ik wacht tot iedereen uitgestapt is en voel ondertussen de tas van de vrouw die achter me staat in mijn rug prikken. Ik probeer geduldig te zijn. De tas prikt harder. Zucht. Ok. Wanneer de mensen uitgestapt zijn, drukken mensen voor me zich tegen elkaar aan om zo snel mogelijk desnoods met zijn vieren naast elkaar door de deur naar binnen te glijden. Ik probeer er niet tussen te raken. Dadelijk zit ik klem. De tas prikt echter dermate hard in mijn rug dat ik er last van begin te krijgen. En dan plotseling schuurt de tas langs me heen en plop, ineens drukt ie in mijn buik. De tassenmevrouw heeft duidelijk haast. Ik kuch en zeg: ‘pardon mevrouw, ik wacht ook alleen maar en sta ook in deze rij’. Ze kijkt me aan alsof ik gezegd heb dat ik haar lelijk vind maar theatraal zuchtend gaat ze wel weer achter me staan. Eenmaal in de coupe pikt ze net de laatste stoel voor mijn neus weg door dermate druk te gaan gebaren dat zij wil zitten, dat ik er voor mij geen kansen meer zijn. Ik besluit er naast te gaan staan. Ik gooi mijn jas open, bol mijn buik nog een beetje extra, zet een hand in m’n onderrug, wrijf mijn haar uit mijn gezicht en zucht nog eens. Tassenmevrouw spot mijn buik en pakt haar boek. Zo, kan ze weer lekker verder gaan lezen. Ik probeer voorzichtig kijkend uit te zoeken of iemand mij toch wellicht een zitplek aan zou willen gaan bieden. Ook vandaag helaas tevergeefs. Ik sta. Weer. Zwanger. In een overvolle trein. Naast het bordje waarop een zwangere vrouw afgebeeld staat met de boodschap ‘priority seat’.