(Ont)Regel de Zorg!
Thuiszorgmedewerkster Hannie komt binnen. Ze pakt haar map uit de kast. “Goedemorgen mevrouw” mompelt ze bijna onverstaanbaar, terwijl ze druk door de map aan het bladeren is. Mijn moeder komt intussen moeizaam de trap afgewandeld. “Oh, mevrouw, u zat helemaal niet op de bank”, zegt Hannie verbaasd terwijl ze opkijkt vanuit haar map. “Laten we dan nu beginnen!”
Met beginnen doelt Hannie op het afwerken van de taken op haar lijstje die ze hoort te doen bij mijn moeder, die in de map te vinden zijn. Mijn moeder krijgt iedere week een chemokuur. Vanwege haar lage weerstand houdt de thuiszorg onder andere in de gaten of er geen complicaties optreden en wordt ze geholpen met medicatie. “Allereerst verwissel ik de morfinepleister”, zegt Hannie. “Ik heb al een tijdje last van mijn vinger, er lijken wat ontstekingen te zitten”, geeft mijn moeder aan terwijl Hannie verder gaat met punt twee op haar lijstje: de medicijnen uitzetten. “Zo, die staan weer klaar voor de komende week”, roept Hannie als mijn moeder haar vinger in het zicht van Hannie probeert te krijgen. Terwijl mijn moeder voor de laatste keer probeert te zeggen dat de vinger meer pijn doet dan normaal, constateert Hannie zichtbaar opgelucht dat ze alles van het lijstje in de map weer afgelopen heeft. Diezelfde nacht ligt mijn moeder wakker van de pijn aan haar vinger. In de ochtend moet ze na een bezoek aan de huisarts met spoed naar het ziekenhuis. Daar wordt haar na een aantal dagen verteld dat de situatie ernstiger is dan was ingeschat. “Er is een grote kans dat deze vinger het niet gaat redden”, zegt de arts.
Drie operaties aan haar vinger, een week in het ziekenhuis en twee weken antibiotica verder, komt Hannie weer binnen. “Goedemorgen mevrouw”, zegt ze als ze naar mijn moeder zwaait. Ze vraagt “hoe voelt u zich vandaag?” terwijl ze naast mijn moeder plaatsneemt op de bank. Althans, dat is wat ik had verwacht en waar ik op had gehoopt. In de werkelijkheid is het nu Petra in plaats van Hannie, die de map uit de kast pakt en het lijstje afloopt.
Het mag duidelijk zijn. Ik steun de voornemens om de zorg te (ont)regelen. Laat zorgverleners doen waar ze goed in zijn: zorg verlenen. Ik had dat mijn moeder ook gegund. Voor haar mag het echter niet meer baten, zij is na 13 jaar ziek te zijn geweest onlangs overleden. Voor alle mensen die nu van zorg afhankelijk zijn, misschien nog wel. Ik ben hoopvol.