Heb ik u gekwetst?
Bent u nog gekwetst vandaag? Heeft u iets gezien dat u gekwetst heeft? Een tekst, een poster, een whatever?
Nee? Huh? Dat is raar! Ja? Oh! Toch wel? Gelukkig.
De kranten, nieuwszenders en sociale media staan bol van de informatie over gekwetsten.
Het geweeklaag spat van de beeldschermen af.
Men is gekwetst over het dragen van hoofdoeken of het niet dragen van hoofdoeken.
Men is gekwetst door Zwarte Piet of door roetveeg Piet.
Men is gekwetst door een of andere gender dan wel transgender.
Onlangs nog veroorzaakte de universiteit van Amsterdam het failliet van het begrip verdraagzaamheid door de klacht van één gekwetste witte student omtrent de afbeelding van Zwarte piet op een chocoladeletter te honoreren met het verwijderen uit de kantine van al die chocoladeletters.
Hoe heeft het toch zo ver kunnen komen dat gekwetstheid zo’n prominent verschijnsel is geworden in onze samenleving? Dat we zo door het stof gaan voor deze groep?
Natuurlijk, we kennen allemaal good old Quinsy Gario, de personificatie van het begrip gekwetstheid.
Deze aanstichter van de Zwarte Piet discussie en auteur van de meest walgelijk Tweet ooit heeft gekwetstheid tot cultus verheven.
Hij heeft een bron vol zelfmedelijden aangeboord en hij en zijn volgelingen laven zich er dorstig aan.
Een kleine groep witte goeddoeners ziet het als hun levenstaak deze gekwetsten op het schild der verontwaardiging te hijsen. De geboorte van de gekwetste minderheid was een feit. Aandachtsjunkies veroverden de media.
Het credo van de groep brave goeddoeners luidt: de mening van een minderheid staat gelijk aan cultuurverrijking.
Weg met de meerderheid! Dat zijn ordinaire populisten!
Deze teneur is toch tamelijk zorgwekkend.
We zijn beurs gestompt door al die gekwetsten die ons willen opzadelen met schuldgevoelens.
Wie niets tegen Zwarte Piet heeft wordt een racist genoemd.
Wie niet in Amsterdam woont is een domme boer en verdacht.
Wie niet gelooft is een ongelovige.
Vroeger waren er veel minder gekwetsten. Misschien hadden de mensen gewoon minder tijd en luxe. Geen tijd voor flauwekul.
Wordt het niet tijd om de rug te rechten? Om het begrip weerbaarheid weer nieuw leven in te blazen? Om te beseffen dat minderheden niet per definitie het slachtoffer zijn van onrecht puur alleen omdat ze een minderheid zijn?
Of heb ik u nu gekwetst?