Geven en nemen
Dit is een reactie op het bericht ‘Nieuwe pieten: ‘Dit kun je toch niet maken?’’ in de metro van 10 november 2017. Elk jaar is het weer zover, de pietendiscussie. Steeds proberen verschillende gemeenten alternatieven te verzinnen om aan iedereen te denken en hen tevreden te stellen. Iedere keer zijn er toch weer mensen die zich benadeeld voelen. Ik vraag mij, vanaf de dag dat de pietendiscussie ter sprake kwam, af of er een piet gecreëerd kan worden waar iedereen blij mee is.
Allereerst ben ik van mening dat we niet moeten vergeten dat het een kinderfeest is. Als ik terugdenk aan mijn kindertijd, kan ik mij geen moment herinneren dat ik dacht dat zwarte pieten minderwaardig waren aan anderen. Sterker nog, ik denk dat menig kind heel graag een zwarte piet wilde zijn. De leukste gymles op de basisschool vond ik dan ook pietengym, waarbij bijna ieder kind uit z’n dak ging als je het pietencertificaat overhandigd kreeg.
Nu kan ik begrijpen dat de discussie omtrent de zwarte pieten als racistisch gezien kan worden. Als ik voor mijzelf spreek, is dat geen enkel moment in mij opgekomen totdat de pietendiscussie in het nieuws kwam. Dus waarom zouden wij zo’n geweldig feest, dat al jarenlang traditie is, aanpassen? Ik ben van mening, dat, wat we ook veranderen aan de kleur van de pieten, er altijd wel een discussie blijft bestaan. Je kan nou eenmaal niet iedereen tegemoet komen.
Daarom vind ik dat er een middenweg gevonden moet worden. De groep mensen die tegen zwarte piet is, kan met een alternatief komen, zoals de kleuren piet. Maar de zwarte piet blijft ook bestaan. Zo kunnen we bij het oude, traditionele verhaal blijven dat zwarte pieten hun kleur krijgen van de schoorsteen én kan er een verhaal verzonnen worden voor de kleurpieten. Op deze manier zal iedereen moeten geven en nemen, maar heeft toch iedereen een klein beetje zijn zin.