Competitie

Hilde Kema 6 nov 2017

In een competitie meet je krachten tussen verschillende partijen. Volgens internet dan.
Zelf bevind ik me regelmatig tussen krachten vanuit eenzelfde partij.
In mijn hoofd woedt iedere dag een wedstrijd, ook als er geen bokaal tegenover staat.

Verschillende meningen vallen elkaar aan, plannen en ideeën worden slachtoffer.
Het achterste van mijn tong is martelaar.
Pijniging alom. Noodzakelijke victorie.

Deze week viel me op hoe zeer dit met mijn wereld verweven is.
Niet dat ik er perse op kick, al lijk ik een gevecht wel te waarderen.
Als alles koek en ei is, verzin ik een ander recept.

Zo kan ik er eigenlijk niet tegen wanneer iemands kat raarder is dan de mijne.
Ik laat het liever niet merken en zeg het zelden hardop.
Al zag ik nooit een kat die meer toeliet dan mijn haarbal.

Het ambiëren van een bodybuildersbeker staat niet op mijn bucketlist.
Toch zal je mij niet snel horen zeggen dat iets te zwaar is, al sjouw ik.
Dat kan ik toch zeker zelf wel. Pff.

Ook met wezenlijker zaken kan ik vaak niet zonder intern drama.
Ik herinner me mijn eindeloze queeste naar het meest essentiële beroep.
Dat zou ik dan voortaan nastreven.

Nu zit ik dit te typen, en krijg ik allerlei kriebels.
Dat zouden de haren van mijn metgezellen kunnen zijn, maar het lijkt van binnenuit te komen.
Het lijkt wel plankenkoorts.

Mezelf lamleggen is haast een hobby.
Niet per definitie door iets verdovends, alhoewel.
Opgaan in gedachten vertroebeld mijn heden ten dage.

Soms builen en schrammen.
Soms huilen of rammen.
Geval apart of apart gevallen. Met de woorden van mijn collega: En.. door!

Wat ik probeer te zeggen is dat ik een potje stoeien niet uit de weg ga.
Met mezelf, de weegschaal of mijn sterke kameraden, in mijn hoofd of erbuiten.
Ik win.