Verantwoorde walging
Soms doe ik in een gekke bui iets heel verantwoords. Want verantwoord bezig zijn, is nu eenmaal hip. Dus stond ik gisteren met een tweeslachtig gevoel in de keuken naar mijn hamburger te staren. Een hamburger met wormen als hoofdingrediënt. Want die krioelende beestjes zijn nu eenmaal heel verantwoord, net als veel andere insecten.
Met eenzelfde hoeveelheid voer produceren insecten twintig keer zoveel vlees als een koe. Aldus de website van het Voedingscentrum. Met zulke klinkende cijfers neem je het als verantwoord consument voor lief dat insecten giftig kunnen zijn. En dat pootjes en vleugels je darmen kunnen doorboren en voor verstoppingen zorgen. ‘Dat laatste probleem zal bij wormen geen rol spelen’, probeerde ik mezelf gerust te stellen. Toch had ik op dat moment liever een onverantwoord stuk koe op mijn aanrecht zien liggen.
Met de pan in de aanslag en de hamburgers nog in de verpakking had ik al een kriebelend gevoel in mijn buik. Tijdens de bereiding nam dat gevoel alleen maar toe. Wat ook niet hielp, was de lucht die uit de pan opsteeg en mij deed denken aan een lijk in ontbinding waar de wormen uitkruipen. Aangezien eten weggooien erg onverantwoord is, zette ik toch door. Daarbij de ene na de andere opkomende golf van misselijkheid onderdrukkend.
Ondanks de graflucht bakte ik de verantwoorde wormenhap veel langer dan de verpakking aangaf. Ik wilde zeker weten dat alle bestanddelen definitief dood waren en niet in mijn maag weer tot leven zouden komen. Enigszins gerustgesteld legde ik mijn zwartgeblakerde burger op een broodje, om het vervolgens te bedelven onder ketchup en verantwoorde mayonaise van vrije uitloopkippen.
Terwijl ik mijn neus dichtkneep -de graflucht was erg volhardend- en met lange tanden at, klampte ik me wanhopig vast aan de gedachte dat ik nu echt wel heel erg extreem verantwoord bezig was. Toch genoot ik niet van de maaltijd. De royaal gedoseerde sauzen verhulden de smaak, maar de textuur was wel degelijk anders dan ik gewend was. Waardoor ik bij elke hap walgend en kokhalzend moest denken aan het aantal wormen dat ik op dat moment doormidden beet. En dat zorgde weer voor een nieuwe, zeer verontrustende gedachte. Hoeveel armzalige wormen hadden niet het loodje moeten leggen voor deze ene, ondergewaardeerde maaltijd? Met die onverantwoorde wormengenocide in het achterhoofd kieperde ik de rest van mijn hamburger in de biobak. Morgen weer een veel verantwoorder stukje rundvlees!