Soms kan je maar beter glimlachen
“Zeg lieverd” “Ja oma?” “Waarom doe je niet een keer zo’n dingetje?” “Wat voor dingetje oma?” “Je weet wel, zo’n verhaaltje, een column, dat is toch enig? En je schrijft zo leuk” Mijn oma, één van de beste personen die ik ken, heeft zoals gewoonlijk gelijk. Ze steunt me in alles en vindt dat ik meer dingen voor mezelf moet gaan doen, dingen die ik leuk vind. “Dat klinkt eigenlijk als een heel goed idee.” Mijn oma geeft me een tevreden knik. “Dankjewel oma” zeg ik knikkend met een ongemakkelijke glimlach op mijn gezicht.
De daaropvolgende woensdagochtend zit ik weer vroeg in de trein. Het is ontzettend druk, maar ik heb een zitplaats kunnen bemachtigen. Overal staan mensen tegen elkaar aan gedrukt. Nadat er een paar mensen zijn uitgestapt op bestemming, neemt een meneer met een vriendelijk gezicht de plaats tegenover me in beslag. Zijn aktetas zet hij naast zijn stoel neer en met een grote koffie in zijn hand, geeft hij me een glimlach. Terwijl ik rustig uit het raam zit te staren, ervaren we wat turbulentie. De staande reizigers wiebelen heen en weer en ik wordt tegen de passagier naast me gedrukt. De vriendelijke meneer tegenover me wilde natuurlijk net op dit moment een grote slok van zijn koffie nemen en het dekseltje was nergens meer te bekennen. Voordat ik er erg in heb, zit mijn broek onder de vlekken. “Tja, gelukkig heb je een donkere broek aan, dus dan zie je het niet zo erg”, zegt de meneer en hij geeft me een ongemakkelijke glimlach. Die komt me maar al te bekend voor. Ik knik en stuur er ook eentje zijn kant op. Niets meer aan te doen.
Op mijn eindbestemming haast ik me even richting de wc’s om mijn broek te inspecteren. De koffie is opgedroogd en helaas zijn de bruine plekken nu extra goed zichtbaar. Ik zucht en ben dankbaar dat ik vandaag niet voor een groep hoef te spreken. “Het kan allemaal veel erger, lieverd”, hoor ik mijn oma in mijn achterhoofd zeggen. In de spiegel bekijk ik mijn ongemakkelijke glimlach nog even en ga daarna aan de slag.