Rustig doorploeteren
Mijn schoen glijdt van het paadje, waarop mijn enkel even protesteert.
Nu het om me heen zo donker is, wordt goede stappen zetten een behoorlijke uitdaging.
De grond is drassig door regen en de onwil om afvalstoffen van trouwe viervoeters op te rapen.
Toegenomen zuigkracht maakt dat vooruitkomen lastiger is dan ik hoopte.
Mijn natte haren plakken tegen mijn voorhoofd.
Verzopen in zelfmedelijden loop ik alert achter mijn hond aan.
Die heeft geen problemen met modder, daar kickt ze eigenlijk op.
Vandaar dat ik mijn positie als roedelleider eventjes laat vieren, net als de riem.
Ik bedenk me dat het een goede vergelijking is, al koos ik vandaag zelf voor deze route.
Een glimlach speelt om mijn mond.
Wat kan de regen mij ook maken.
Straks komt de vaste, verlichte grond weer, vroeg of laat.
Soms is het lastig om de juiste weg te bewandelen.
Met name wanneer het pad onzichtbaar is.
Dan sta je zo nu en dan tot je enkels in de stront.
Het lijkt nooit op te houden, en iedereen lijkt te ruiken dat er iets niet helemaal lekker gaat.
Alles trekt aan je, vooral in de richting van het volgende dieptepunt.
Je ziet bar weinig, en de zompige troep roept dat je beter op kunt geven.
Maar ook met verwaaid haar in je ogen en rode wangen van de striemende wind, is dat niet de enige optie.
Het zandweggetje moet ooit een einde hebben.
Stug doorpakken, en veel shit voor lief nemen.
Zelfs een beetje aanmodderen is oké.
Want met iedere stap, ben je dichter bij verharde grond.
Een straat, of zelfs een snelweg. Al zou ik daar dan niet gaan lopen, persoonlijk.