Phubbing: (a)sociaal
Het was mijn eerste werkdag. Na twee-en-een-half uur werken had ik mijn pauze wel verdiend. Via de trap naar boven belandde ik in de kantine, waar ik allemaal nieuwe gezichten zag. Leuk dacht ik, nieuwe mensen leren kennen. Totdat ik daadwerkelijk aan de tafel van mijn nieuwe collega’s ging zitten. Niemand zei wat, iedereen zat maar wat naar zijn of haar telefoonscherm te staren. De één kijkt op Facebook, de ander liked foto’s op Instagram en er zit zelfs iemand gekke bekken te trekken om maar een grappige Snap te kunnen sturen. Vijftien minuten lang was het stil. Het leek wel een begrafenis. Afschuwelijk vond ik het. Ik had mijn eerste pauze immers wat gezelliger voorgesteld..
Ik weet dat het niet alleen bij mijn werk op deze manier gaat. De smartphone is tegenwoordig een verlengstuk van het menselijk lichaam geworden. Bij elke notificatie moeten we even checken wat er zo belangrijk is. In een relatief korte periode is het een dominant aspect geworden in het leven van mensen. Een normaal gesprek waarin geen mobieltjes aanwezig zijn, zit er in de hedendaagse samenleving niet meer in. Jammer is dat.
Dit gaat al zo ver dat men in Engeland een werkwoord heeft bedacht voor mensen die in een sociale omgeving met hun mobiel bezig zijn in plaats van met hun gezelschap: ‘phubbing’. Dat er een werkwoord voor bestaat geeft al aan dat het gebruik van de mobiele telefoon de verkeerde kant opgegaan is. Vooral onder jongeren is dit een heus probleem. Uit onderzoek van Onderzoek en Co is gebleken dat 86 procent van de jongeren altijd de mobiele telefoon bij zich heeft. Sommigen van hen hebben zelfs een smartphone verslaving opgelopen.
Natuurlijk is niet iedereen constant bezig met zijn of haar smartphone en laten we dit vooral zo houden. Een normaal gesprek kan toch geen kwaad? Door de entree van de smartphone is er veel sympathie verloren gegaan. Een gesprek aangaan leert je juist inzien wat belangrijk is in het leven. Dat zijn wij, de mensen in het hier en nu. Dat oh zo belangrijke appje kan over een half uurtje ook nog wel. We moeten met z’n allen dus eens wat minder vaak op onze beeldschermpjes kijken en het ‘real-life’ contact aan gaan. Daar wordt het een stuk leuker van in de wereld. Bovendien worden mijn pauzes dan eindelijk een keer gezellig.