Mijn Amersfoort
Ik hou van Amersfoort. En waar je van houdt, zet je in de spotlights. Dus nodigde ik op een mooie septemberdag een Amsterdamse vriend uit om mijn stad te bewonderen. Hij is een rasechte Amsterdammer. Je weet wel, van het soort dat er geboren is.
Zijn verbazing begon al bij het verlaten van mijn huis, ik groette de buurman. Was ie niet meer gewend, dat je de buren kent en dan ook nog bij naam. Hij woont in de Jordaan en daar heeft Airbnb ervoor gezorgd dat Annie en Kees zijn vervangen door Napolitaanse Guido en Poolse Pjotr. Allemaal gezellig, maar lang hangen blijven ze niet.
We besloten te fietsen en kwamen het centrum binnen via de Koppelpoort. Geen mooiere entree naar de oude wereld dan dat. Vervolgens langs het mooie museum Flehite, het gezellige Havik en de idyllische Muurhuizen waar we afstapten. We werken allebei bij de KLM dus het bezichtigen van Muurhuizen 109 oftewel Delfts blauw huisje 89 was een must. Even een fotomomentje en toen door naar de Kamperbinnenpoort. Ik zag dat hij steeds enthousiaster werd en daar moest op gedronken worden. Drinken doe je in Amersfoort op de Hof, daar houdt de St. Joriskerk namelijk een oogje in ’t zeil. Het werd uiteindelijk Amersfoorts blond, voor de leek, dat is dus een biertje hè! Al nippend sprak mijn vriend toen de wijze woorden: ‘ Dit is wat ze zoeken! Dit is wat de toerist van Nederland verwacht maar in Amsterdam niet meer krijgt. Door zijn schreeuwerige uithangborden en algehele gekte.’
Ik vroeg hem of hij nog kon slapen met zijn raam open. Dat kon hij niet. Kennelijk vindt de Westertoren het nodig om elk kwartier van zich te laten horen, de hele nacht door. Mijn vriend heeft nog eens voorzichtig op social media geopperd of het niet wat minder kon, met dat slaan van die klokken. Dat vonden sommige ontvluchtte Amsterdammers wonend in Purmerend en Almere belachelijk. Hij was vast een yup en geen echte Amsterdammer. Mijn vriend is geen yup, hij wil alleen zijn stad redden. Dus zit hij in een denktank om de stad leefbaarder te maken. Hij geeft om zijn stad. Hij houdt van Amsterdam zoals ik van Amersfoort houd. Zo kletsten we een beetje verder terwijl we richting de Onze Lieve Vrouwetoren liepen. Maar dat is eigenlijk yuppentaal, echte Keientrekkers noemen dat ding namelijk gewoon de Lange Jan.