Mediteren kan dodelijk zijn!
Elke dag vergader ik een uurtje met mezelf. Echt mediteren is het niet, ik laat mijn gedachten gewoon de vrije loop op een dekentje voor de grote spiegel. De regel is: ik mag een uur lang niet van mijn dekentje af en verder geen radio, telefoon, internet etc.. Ook de hoorn van de intercom leg ik ernaast, en dat bezorgde me vanmorgen bijna een zenuwinzinking.
Het was tien uur en mijn uurtje zat erop. Ik had er om kwart voor tien vreemd van opgekeken dat de kerstlichtjes die aan mijn muur hangen opeens heel zwak werden en langzaam uitdoofden. Maar goed, ik heb die dingen al een paar jaar, misschien waren ze op. Op je kleedje blijven zitten Raymond, je kunt aan het einde van je uurtje stilte ook kijken of ze het nog doen.
Nu was het dus tien uur en ik stond op. Routineus klapte ik mijn laptop open. Geen internet. De radio deed het ook niet. Dan maar mijn telefoon aanzetten en de regionale zender opzoeken. Gelukkig had ‘ie een uur aan de oplader gelegen. Als ik bij de juiste frequentie ben hoor ik de presentator nog net ‘we houden u op de hoogte van de situatie’ zeggen. Daarna gaat hij naar een of ander stom spel met letters die je moet raden. Dan eerst maar even douchen. Shit, ook geen water, geen warm, geen koud.
Ik krijg een raar gevoel en loop naar het raam. Ik woon op tweeëntwintig hoog moet u weten, helemaal op de bovenste verdieping. Beneden voor de flat staat een brandweerwagen. Mijn hart slaat over. De galerij biedt een donkere en verlaten aanblik als ik de deur openzwaai. Alle lampen zijn uit en de lift doet het niet. "Het zal toch niet dat ze bij iedereen hebben aangebeld maar dachten dat ik niet thuis was?", schiet het opeens door mijn hoofd.
Beverig loop ik tweeëntwintig trappen naar beneden door het donkere trappenhuis. Op iedere verdieping verwacht ik rook die mijn naderende einde aankondigt. Gelukkig bereik ik veilig de begane grond en blijkt er verderop een transformatorhuisje ontploft te zijn. Maar dat mediteren is gevaarlijker dan je denkt.