Het is maar een spelletje
Een goeie zet is een dubbeltje, een hele goeie zet is een gulden en je krijgt niks cadeau. Dat waren de regels. Het bord waarop we speelden was veruit het grootste bord dat ik ooit had gezien, en tot op de dag van vandaag heb gezien. De stukken handgemaakt en zo’n vijftien centimeter hoog. Opa had het spel een mensenleven geleden een bedoeïen afhandig gemaakt. Met de jaren verdween het systeem dat de eerste 10 jaar van mijn leven als mijn primaire bron van inkomsten had gefungeerd. De potjes bleven we spelen. Voortaan zouden die echter nog maar voor één beloning gespeeld worden, de winst. Wit begon, pionnen werden in stelling gebracht, paarden sprongen in de verdediging, hij bereidde zijn korte Roccade voor en ik zette een aanval op om hem met een Blitzkrieg te overdonderen. Hij was nooit echt onder de indruk. Als hij mijn Koningin met de zijne aanviel keek ik hem vragend aan. Hij haalde zijn schouder op en zei ‘Ik ben beter, ik vind het prima om te ruilen’. Op een dag vroeg ik hem waarom hij mij nooit liet winnen, alle volwassenen die ik kende lieten kinderen winnen, opa’s en oma’s al helemaal. ‘Luister Tim, als ik je nu laat winnen, hoe weet je dan dat ik het niet nog een keer doe? En hoe kan je dan ooit weten of je beter bent?’. Afgelopen donderdag ging ik bij ze langs om gedag te zeggen en een paar potjes te spelen. Het tweede potje zat ik er zo dichtbij. Binnen zes zetten stond ik een toren en pion voor. DIT WORDT HET POTJE. Opa, nooit een snelle schaker geweest, nam nu helemaal een slakkentempo aan terwijl ik tegenover hem mezelf spontaan een diagnose ADHD zat aan te meten. Opa liet zich niet meer opjagen. Hij en Vader Tijd hadden al lang geleden afgesproken de achtervolging te staken en samen de race uit te lopen. Dertig geduldige zetten later had hij de partij gewonnen. Lange tijd ben ik bang geweest dat ik niet een pot zou weten te winnen voor hij zou komen te overlijden. Ondertussen besef ik dat opa geen man is om van te winnen. Geen één opa is om van te winnen. Opa’s zijn er om je te leren dat het leven een spel is, dat het spel niet om geld draait en dat, als je genoeg geduld hebt, aan het einde van de rit de winst wacht.