Geboren tussen 1970/1980?
Je kent ze vast: “Als je bent geboren tussen 1970/1980…” Er volgt dan een lollige lijst met de, voor die tijd, alledaagse dingetjes, zoals: Caballero zonder filter kopen voor je oma of naar school gaan zonder dat verraderlijke Magister of achterop de bagagedrager van je ma springen waar je je dan flink moest vasthouden anders tiefde je op straat. Zo’n lijst eindigt dan met “U leeft nog? U bent een held!”
Maar ik verwacht dat dit over een aantal jaar wordt vervangen door “dan waren uw ouders infantiele lui”.
Want waarschijnlijk zijn we toch geen helden geworden en bleken de opvoedpraktijken van onze ouders zo infantiel en roekeloos dat er ingegrepen moest worden.
Laatst wilde mijn dochter met mij naar de film Bladerunner, mijn meisje is fan en zelf kijk ik graag naar meneer Goslin, niets stond ons in de weg. Terwijl ik mijn mond nog moest openen loerde de kaartjesverkoopster over mijn schouder naar mijn dochter. ‘ID’ zei ze en ze draaide haar draaitafeltje zodat ik er iets in kon leggen. ‘Is ze 16?’. Ik had er geen moment bij stilgestaan dat het een 16+ film zou kunnen zijn. ‘Ze is 15’ zei ik, ‘maar geen zorgen hoor, ik ben haar moeder’. ‘Regels zijn regels’ bromde de dame en ze draaide haar lege draaidingetje gewoon weer terug.
Zaterdag was ik weer het spoor bijster toen ik met mijn zoon boodschappen ging doen. Bij de kassa tilde zoonlief galant het krat bier op zodat de caissière makkelijk die oranje sticker erop kon plakken. Haar reactie naar hem was ‘ID’. En ik schoot in de lach. ‘Hij helpt me alleen maar tillen hoor, hij is pas 14 en drinkt liever cola’. Even later kwam de manager aansnellen.
Geïrriteerd duwde ik mijn grijnzende zoon de boodschappentas in zijn handen en nam zelf het krat over. ‘Zo beter?’ Ik probeerde de manager uit te leggen dat het sowieso een slecht plan is om een knul van 14 een ID mee te geven want die raakt hij steevast kwijt en weet je wel hoe duur die krengen zijn, trouwens hij helpt zijn moeder alleen maar boodschappen tillen’. Ruim een kwartier later stonden we buiten. Met krat. ‘Voor deze ene keer dan’.
Het is me een raadsel hoe onze jeugd met zoveel “mag niet” ooit zelfstandig gaat worden. Ik kruis mijn vingers en vestig mijn hoop op ouders die opgroeiden in de jaren 70/80 met wellicht een semi-infantiele inslag.