Eigenschap
Het vriendenboekje. Hét boekje waarin je je eerste eigenschappen zette. Op de basisschool had bijna iedereen er wel één. Lievelingskleur. Hobby’s. Idool. Een foto en wat stickers erbij en klaar was Kees. Of Bas. Of Geert. Het lag er maar net aan wie op dat moment het boekje had. Bij ons thuis werden die bladzijdes altijd ingevuld door ma. Dat handschrift van ons was immers toch niet te lezen. Maar stel: we hadden het wél zelf geschreven, dan zullen de archeologen over 2000 jaar -als ze het boekje weer gevonden hebben- vast concluderen: ”Hier hebben ze duidelijk geen hand-boek gebruikt bij het leren schrijven, slechts een hand-schrift.”
Computers, in die tijd op school bijna een taboe. Overigens gold dit niet voor de glazenwassers die eens in de zoveel weken langskwamen. Zij kregen juist wel te maken met windows. Grote verslagen hoefden we niet te maken. Hooguit een opstel van honderd woorden. Het toevoegen van een foto was daarbij uit den boze. Een foto zei immers meer dan duizend woorden, en dat zou betekend hebben dat je het maximum aantal woorden overschreed. En dat kon niet de bedoeling zijn. Met verslagen kreeg je alleen te maken met gym, of met het voetballen na schooltijd. Of je nu gewonnen of verloren had. Er werd altijd wel iemand verslagen. Dan waande iedereen zich even als profvoetballer. “Ik ben van der Sar”, zei iemand. De ander wilde Zidane zijn. Mij maakte het niet zoveel uit, dus ik vond George best. Oud-speler van Manchester United. In het vriendenboekje werd de vraag –wat wil je later worden?- door de jongens dus ook bijna altijd ingevuld met profvoetballer. Of politieman. Mooie jongensdromen, maar helaas heeft niemand die eerste waar kunnen maken. Maar waar lag het nou aan? Welke eigenschappen typeert eigenlijk een profvoetballer? Techniek? Inzicht? Of een goed schot? Bij die laatste vraag zou je je ook kunnen afvragen waarom Schotland dan nooit wereldkampioen voetbal is geworden. Je zal dat toch minstens kunnen verwachten van een bevolking die allemaal een goede trap in de benen hebben. Met Giovanni Trapattoni als bondscoach. Dat dan weer wel.
Terugkomend op die eigenschappen. Wat maakt je nu een profvoetballer? Persoonlijk zou ik dat niet weten. Ik bezit het in ieder geval niet. Misschien één daarvan, namelijk de plek waar ik thuis mijn voetbalschoenen neerzet na een training of wedstrijd. Die zet ik dan op mijn eigen schap. De tweede van onderen, want de drie boven mij zijn al bezet.