De thuisfluiter
Waar ben ik nu weer beland? Een vraag die ik mijzelf op zaterdag vaak stel. Afgelopen zaterdag was het weer zover. Het had iets troosteloos. Links zag ik twee koeien over het hek staren. Rechts kon ik nog drie verscholen gezichten onder een paraplu herkennen. Onder mijn voeten leek het meer op een omgeploegde akker. Toen ik wat verder keek zag ik nog wat witte lijnen en twee doelen. Het was weer zaterdag. Ik mocht de wei in. Lekker voetballen noemen ze dat dan.
Een veelgestelde vraag bij een uitwedstrijd is hoe de scheidsrechter zal zijn. De zogenoemde ‘thuisfluiter’ is vaak onderwerp van gesprek. De thuisfluiter is een begrip in het amateurvoetbal. Een ietwat oude man. Nooit gevoetbald, althans, dat vermoeden heb ik. Daarnaast een duidelijke voorkeur voor één partij. Of in sommige gevallen vooral tegen één partij.
Eigenlijk begon de beste man uitstekend. Hier en daar floot hij wat voetballers terug, maar liet het spel lekker lopen. Weinig inmenging – daar houd ik wel van. Naarmate de wedstrijd vorderde, kwam de ergernis in het spel. Mijn shirt was ondertussen een paar maten groter. De tegenstander zag mijn shirt blijkbaar als gewild object. De scheidsrechter vond het prima en liet het allemaal doorgaan. Geen probleem trouwens – ik houd ook wel eens een shirt vast.
De laatste minuut; 0-0. Beide teams hadden de hoop al opgegeven. Een corner voor de tegenstander. Ik voelde een shirt tussen mijn vingers wegglijden. Kort erna lag ik op de grond. Mijn directe tegenstander ook. Een snerpend geluid van de fluit brak de stilte. Einde wedstrijd dacht ik nog. De scheidsrechter dacht daar anders over: “penalty!” “Shirtje trekken”. “Maar scheids…” Geen discussie mogelijk, de bal lag al op de stip. Het net bolde – de wedstrijd was meteen afgelopen. De nederlaag was korte tijd later al verwerkt. Ach, het blijft amateurvoetbal dacht ik nog.
Zondagavond beleefde ik een déjà vu-moment. Max Verstappen was zojuist als derde over de finish gekomen. Een fantastische race met een nog mooier einde. Terwijl Max wachtte op de huldiging werd hij teruggefloten. Hij was over het lijntje gereden. “Maar de rest deed dat toch ook?” Geen discussie mogelijk. Balen, balen, balen – vooral na zo’n geweldige race. De teleurstelling had ik snel verwerkt. Ik dacht terug aan zaterdag, het snerpende geluid van de fluit. Eigenlijk is Gary Connelly niets meer dan een thuisfluiter.