Voor(oor)deel bij de Action
Bij onze Action heb je altijd garantie op twee dingen. Goedkope artikelen en lange rijen bij de kassa. Wel grappig, het geeft eigenlijk de zuinigheid ten top aan van de Nederlander. Men spreekt vaak laatdunkend over deze winkelketen, maar staat vervolgens wel zuchtend en steunend met een klagende uitdrukking in de rij bij de kassa. Ik ben waarschijnlijk geen haar beter.
Voor mij stond een oudje vrouwtje, het type brutaal en net doen alsof ik dom ben. Dit straalde ze althans uit. Daarvoor stonden een moeder en zoon. Hij ging weer naar school en dat was te zien aan hun winkelwagen. Boordevol schriften, mappen, pennen, potloden en weet ik wat voor schoolspul allemaal.
Terwijl de moeder druk de inhoud van haar wagentje op de band leegde, zag ik de oude vrouw nieuwsgierig loeren. Zonder ook maar een moment van twijfel pakte ze de calculator, die ertussen lag, en bestudeerde die aandachtig. Kennelijk kon ze er zelf wel eentje gebruiken.
Zonder blikken of blozen legde ze deze tussen haar spul! Nah, wat brutaal! dacht ik nog. Typisch weer zo’n oud vrouwtje dat alles maar denkt te kunnen doen. Zogenaamd te krakkemikkig om er zelf eentje op te halen en dan gewoon huppakee die van een andere klant afdieven!
De moeder pakte noestig de schoolspullen in haar tas, terwijl zoonlief puberig lui toekeek. Zoals een goede puistenkop betaamt te doen.Ik zag haar al zoeken. Ze miste iets, maar wist niet wat. Terwijl het vrouwtje voor mij begon met afrekenen, keek de moeder de lange kassabon na wat ze nu miste. Puberzoon stond ongeïnteresseerd naar het damesondergoed op de poster te kijken.
‘Buurvrouw,’ riep het oude menske naar de moeder. Ze hield de calculator omhoog. ‘Deze krijgt hij van mij.’
‘Oh, wat lief! Dank je, buuf. Ik keek al op de bon, omdat ik iets miste. Dus toch!’
De buurvrouw giechelde. ‘Het leven is al duur genoeg met schoolgaande kinderen, kan je hier mooi wat anders voor halen.’
‘Zie je dat?’ De moeder sleurde haar zoon voor de onderbroekenreclame weg. ‘Deze krijg je van de buurvrouw. Zeg eens dankjewel’ Alsof het een kind van vier betrof.
De jongen mompelde toch wel met een dankbare glimlach een dankjewel. Samen verdwenen ze de winkel uit. Daar stond ik dan met mijn inwendige vooroordelen over ouwe besjes. Toch wel wat beschaamd rekende ik af. Even hoopte ik dat er een oud vrouwtje ook iets voor mij zou betalen, maar helaas.
Bij het verlaten van de winkel liet ik een oude vrouw voorgaan. Zo slecht waren ze toch nog niet.