Surfen in de metro
Ik heb -lichtelijk- last van claustrofobie. Na twee metro’s te hebben overgeslagen moet ik me er dan toch aan wagen. Het is spits en er zijn meer mensen die de drukte voor lief nemen omdat ze naar huis willen. Een golf van mensen met eigen levens en eigen verhalen.
Ik zoek een plekje tussen al deze mensen. Als je het iets te intiem vind om een paal met iemand te delen en er geen stoelen meer vrij zijn is er maar één optie: surfen.
Ik sta in het pad -zonder iets om me aan vast te houden- en probeer mijn evenwicht te bewaren. Als je eenmaal stevig staat is het net surfen. Je beweegt en het is de kunst te blijven staan. Als de metro stopt is dat nog een hele opgave.
Ik val in de armen van mensen. Mensen met eigen levens en eigen verhalen.
In een film zou dat er als volgt uitzien. Ik val tegen een knappe jongen aan waarna hij me in mijn ogen aankijkt en de rest van de wereld even niet lijkt te bestaan.
In het echt ziet het er zo uit. Ik sta en verlies elke keer bijna mijn evenwicht. Mijn spullen staan onhandig uitgestalt op de grond. Er is geen knappe jongen te bekennen. Er is wel een jongen met een brede glimlach op zijn gezicht. Een man in een pak die naar een wielerwedstrijd kijkt. Mensen met eigen levens en eigen verhalen.
Ik verwonder me ineens over het feit dat we heel dichtbij elkaar staan en tegelijkertijd heel ver van elkaar verwijderd zijn. Of, zoals geschreven staat bij Rotterdam Centraal, ‘’Ruimte scheidt de lichamen, niet de geesten’’. Omgekeerd is het dus ook waar. ‘’Ruimte scheidt de geesten, niet de lichamen’’.
Ik probeer af en toe, na heel wat moed verzameld te hebben, even in iemands leven te duiken. Ik ga naast een jongen zitten en zie dat hij de krant vast heeft. Mijn internetverbinding doet het niet en ik vraag me af of het raar is om hem om de krant te vragen. Na een gevecht tussen mijn gevoel en verstand vraag ik het. Hij antwoordt met: ‘’Ja tuurlijk!’’. Ik ben intens blij met de krant, maar hoop stiekem op een gesprek. Dat gesprek volgt niet. Sterker nog, hij valt in slaap. Soms vraag ik me af wat er mis met me is. Misschien het feit dat ik teveel verwacht van mensen. Misschien het feit dat ik hou van lezen in plaats van uitgaan. En misschien, misschien het feit dat ik surf.