Ontnuchterend lawaai
Een onuitstaanbaar geluid vulde het centrum van mijn woonplaats.
Je kon er niet omheen, het ging maar door.
Menig scheldwoord was in me opgekomen, helemaal omdat het dorp nog nakaterde van een luidruchtig festival.
Ik was wel weer toe aan stilte.
Zelf was ik mijn boodschappen op de markt aan het halen.
Ik maakte me druk om hoe mijn kleding paste, en of ik wel zelfverzekerd de paadjes betrad.
Of mijn haar niet in mijn ogen waaide, dat kan toch zo zeer doen.
Stiekem voelde ik me best ontwikkeld zo, niet dat ik dat tegen iemand zou zeggen.
Zo, alles in mijn duurzame tasje.
Hup naar huis, en door met de planning.
Tijdens mijn wandelingetje richting huis, werd het geluid verklaard.
Ontelbare vrachtwagens sneden toeterend door mijn zaterdagmorgen.
Het bleek het jaarlijkse uitje.
Verstandelijk beperkten krijgen op deze dag de aandacht, en mogen zichzelf hoorbaar maken.
Ik kon niet anders dan langs de weg wachten tot er ruimte was om over te steken.
Hoewel ik zwierende haren weggeveegd had, begonnen mijn ogen spontaan te prikken.
Ieder gezichtje straalde van trots.
Een oudere man had geoefend op het peace teken en liet de toeschouwers zijn goede bedoelingen zien.
Vooruit, druk nog maar eens op de toeter.
Maak men bekend met je bestaan.
Normaliter wonen de meeste van de bijrijders een beetje weggemoffeld in het bos.
Het buitengebied kan jaloersmakend zijn, maar juwelen verstop je niet.
Daar stond ik dan, met mijn bosje paling.
Ik glom niet als zij.
Liever loop ik weg bij luide boodschappen.
Soms is ontsnappen echter geen optie.
En dan ontdek ik een parel in de herrie.
Goede zachtaardigheid straalt me ontnuchterend tegemoet.