Dubbeltje op zijn kant
‘Doet u mij maar de; geflambeerde zalm op een bedje van wilde spinazie, crème van zoete aardappel en beurre blanc’ glimlach ik vriendelijk naar de ober.
Het is vrijdag avond en ik zit samen met een vriendin aan een tafeltje in een chique restaurant.
Ze appte vanmiddag of ik mee ging een hapje eten en daarna naar de film. Ik wilde wel, maar ik wist niet zeker of ik het weekend zou doorbrengen als Ariana Grande of als straatkat. Het was erop of eronder.
Even na enen die middag log ik in op mijn ING. Vier cijfers voor de komma. Jackpot. Nou ja niet echt, maar op de één of andere manier voel ik me de eerste paar dagen na payday altijd erg vermogend. Overal waar ik kom haal ik mijn betoverende oranje pas tevoorschijn. Ik moonwalk de Kalverstraat door en lunch bij de hipste tentjes.
Dit gedrag is vaak van korte duur. Twee weken en heel wat rekeningen later pin ik toch iets minder enthousiast.
Opeens kan ik budgetteren als de beste en kook ik een vier sterren maaltijd van slechts vier euro.
‘Wilt u er een tasje van twintig cent bij?’ klinkt de vrouw achter de balie. Verbaasd kijk ik haar aan. ‘Een tasje van twintig cent?’ Ik schud mijn hoofd en stapel mijn boodschappen onhandig op één arm. Je weet immers nooit wanneer die twintig cent van pas komt. Ja, dat is dus de status na drie weken. Elke keer weer neem ik mezelf voor het anders aan te pakken. Begin van de maand stort ik fanatiek heel wat geld naar mijn spaarrekening om er een aantal weken later (in de rij van de Appie) achter te komen dat ik toch veel te optimistisch ben geweest.
Soms heb ik het idee dat het niet uitmaakt wat je verdient. Het systeem is zo ontworpen dat je ongeacht inkomen altijd een ellendig stukje maand overhoudt. Illuminatie. We houden ze in het gareel. Rekeningen betalen, een hapje hier, een drankje daar, een nieuw paar schoenen en wat kleding en dan kraan dicht. Of ligt het aan de mens en zijn wij nooit tevreden? Ik vraag me af of er mensen in loondienst zijn waarvan het gevoel op payday hetzelfde is als de laatste dag van de maand. Mensen die inloggen op ING en zien dat het salaris is gestort. ‘Sodeju Pieter, er is alweer salaris gestort.’ ‘Jeetje Els, wat moeten we ermee?’
Ja die mensen, waar werken die?